Wielrentraining & Fietstraining: De complete gids voor wielersport en wielrennenVan basis tot gevorderd: trainingsmethoden, krachttraining, techniek en voeding voor fietsen thuis en in de bergen
205 Bronnen
17 Foto's / Afbeeldingen
© 2024 Saage Media GmbH
Alle rechten voorbehouden
Colofon
Saage Media GmbH
c/o SpinLab – The HHL Accelerator
Spinnereistraße 7
04179 Leipzig, Germany
E-Mail:
[email protected]
Web: SaageMedia.com
Commercial Register: Local Court Leipzig, HRB 42755 (Handelsregister: Amtsgericht Leipzig, HRB 42755)
Managing Director: Rico Saage (Geschäftsführer)
VAT ID Number: DE369527893 (USt-IdNr.)
Uitgever: Saage Media GmbH
Publicatie: 12.2024
Omslagontwerp: Saage Media GmbH
ISBN Paperback: 978-3-384-46212-1
ISBN Ebook: 978-3-384-46213-8
Juridisch / Kennisgevingen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit boek mag worden gereproduceerd, opgeslagen of overgedragen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
De externe links en bronverwijzingen in dit boek zijn gecontroleerd op het moment van publicatie. De auteur heeft geen invloed op de huidige en toekomstige vormgeving en inhoud van de gelinkte pagina's. De aanbieder van de gelinkte website is als enige aansprakelijk voor illegale, onjuiste of onvolledige inhoud en voor schade die ontstaat door het gebruik of niet-gebruik van de informatie, niet degene die via links naar de betreffende publicatie verwijst. Alle gebruikte externe bronnen zijn vermeld in de bibliografie. Ondanks zorgvuldige inhoudelijke controle aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor de inhoud van externe bronnen. De exploitanten van de geciteerde bronnen zijn als enige verantwoordelijk voor hun inhoud. Afbeeldingen en bronnen van derden zijn als zodanig gemarkeerd. Reproductie, verwerking, verspreiding en elk type gebruik buiten de grenzen van het auteursrecht vereisen de schriftelijke toestemming van de respectieve auteur of maker.
De bronverwijzingen en citaten in dit boek zijn zorgvuldig onderzocht en in essentie weergegeven. De interpretatie en presentatie van de geciteerde inhoud weerspiegelt de opvatting van de auteur en komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de intentie of mening van de oorspronkelijke auteurs. Bij parafrasering zijn de kernboodschappen van de originele bronnen naar beste weten en geweten in de context van dit werk geïntegreerd, maar kunnen door de overdracht en vereenvoudiging afwijken van de oorspronkelijke formuleringen en betekenisnuances.
Alle gebruikte bronnen zijn volledig vermeld in de literatuurlijst en kunnen daar in het origineel worden nagelezen. De verantwoordelijkheid voor de interpretatie en contextuele integratie van de geciteerde inhoud ligt bij de auteur van dit boek. Voor wetenschappelijke vragen en gedetailleerde informatie wordt aanbevolen de originele bronnen te raadplegen.
De auteur heeft getracht complexe wetenschappelijke onderwerpen op een begrijpelijke manier te presenteren. Daarbij kunnen vereenvoudigingen en generalisaties niet worden uitgesloten. Voor de vakkundige juistheid en volledigheid van de vereenvoudigde presentaties kan geen garantie worden gegeven.
De parafrasering van citaten en wetenschappelijke inzichten gebeurt naar beste weten en geweten met inachtneming van het citaatrecht volgens § 51 van de auteurswet. Bij de vereenvoudiging, overdracht en eventuele vertaling van wetenschappelijke inhoud naar begrijpelijke taal kunnen betekenisnuances en vakkundige details verloren gaan.
Voor academische doeleinden en bij gebruik als wetenschappelijke referentie wordt nadrukkelijk aanbevolen om de originele bronnen te raadplegen. De vereenvoudigde presentatie dient uitsluitend voor populairwetenschappelijke informatie.
De in dit boek gepresenteerde trainingsmethoden, oefeningen en aanbevelingen zijn gebaseerd op actuele sportwetenschappelijke inzichten en praktische ervaringen. Desondanks kunnen we geen garantie geven voor de effectiviteit van de beschreven trainingsmethoden of de juistheid van alle informatie.
Voor het starten van een nieuw trainingsprogramma, vooral bij bestaande gezondheidsbeperkingen of voorgeschiedenis van aandoeningen, dient u een arts of gekwalificeerde trainer te raadplegen. Het uitvoeren van de beschreven oefeningen gebeurt op eigen risico. Voor eventuele blessures of gezondheidsproblemen die kunnen voortvloeien uit het toepassen van de trainingsinhoud kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.
De training aanbevelingen in dit boek vervangen geen professionele trainingsbegeleiding of medische advisering. Vooral bij topsport en wedstrijdvoorbereiding raden we samenwerking aan met gekwalificeerde trainers en sportartsen.
Alle gebruikte merknamen, productbenamingen en bedrijfslogo's zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Het noemen van merken en producten dient uitsluitend ter verduidelijking en informatie.
De bronnen van de wetenschappelijke inzichten en studies waarop de trainingsinhoud is gebaseerd, zijn in de bijlage vermeld. Vanwege de voortdurende ontwikkeling in de sportwetenschap kunnen individuele inzichten op het moment van lezen al verouderd zijn.
Dit boek is gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie en andere tools. Onder andere zijn tools gebruikt voor onderzoek en het genereren van decoratieve illustraties. Ondanks controles kunnen fouten niet volledig worden uitgesloten. We willen benadrukken dat het gebruik van AI dient als ondersteunend hulpmiddel om onze lezers een kwalitatief hoogwaardige en inspirerende leeservaring te bieden.
Dit boek is vertaald uit het Duits. Afwijkingen van het origineel of vertaalfouten kunnen niet volledig worden uitgesloten. Alle in het boek genoemde bronnen zijn beschikbaar in het Engels. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor eventuele inhoudelijke onnauwkeurigheden of misverstanden die door de vertaling zijn ontstaan.
InhoudsopgaveColofoninleiding1 Grondbeginselen van wielrentraining1.1 Fysiologische aspecten1.1.1 Energiesystemen in wielrennen1.1.2 Spiergroepen en hun functie1.1.3 Stofwisselingsprocessen tijdens belasting1.1.4 Hartslagzones in training1.2 Trainingsmethoden1.2.1 Basisuithoudingsvermogen ontwikkelen1.2.2 Intervaltraining structureren1.2.3 Herstelperiodes inplannen1.2.4 Periodisering gedurende het jaar1.3 Prestatiediagnostiek1.3.1 Vermogensmeting begrijpen1.3.2 Prestatiecurves analyseren1.3.3 Trainingsvoortgang meten2 Krachttraining voor wielrenners2.1 Core-training2.1.1 Rompstabiliteit opbouwen2.1.2 Coördinatieve elementen2.2 Krachtuithouding2.2.1 Beenspieren versterken2.2.2 Bovenlichaamstabiliteit ontwikkelen2.3 Compensatietraining2.3.1 Musculaire balans2.3.2 Herstellende oefeningen3 Techniektraining3.1 Pedaaltechniek3.1.1 Ronde trap optimaliseren3.1.2 Trapfrequentie trainen3.2 Rijtechniek3.2.1 Bochten beheersen3.2.2 Klimtechniek3.2.3 Stayeren3.3 Materiaaloptimalisatie3.3.1 Zitpositie afstellen3.3.2 Aerodynamica verbeteren3.3.3 Biomechanische grondbeginselen4 Voeding en herstel4.1 Wedstrijdvoeding4.1.1 Koolhydraatvoorziening4.1.2 Eiwitbehoefte dekken4.1.3 Vochthuishouding4.1.4 Voedingssupplementen4.2 Herstelstrategieën4.2.1 Actief herstel4.2.2 Slaapoptimalisatie4.2.3 Mentale ontspanning4.3 Trainingsperiodisering4.3.1 Macrocycli plannen4.3.2 Belastingsfases sturen4.3.3 Prestatiepiek timingBronnenAfbeeldingsbronnen
Beste lezers,
ik dank u hartelijk dat u voor dit boek hebt gekozen. Met uw keuze heeft u mij niet alleen uw vertrouwen gegeven, maar ook een deel van uw kostbare tijd. Dat waardeer ik zeer.
Optimale krachtontwikkeling en core-stabiliteit zijn de sleutelfactoren die ambitieuze wielrenners van recreatieve sporters onderscheiden. Veel wielrenners concentreren zich uitsluitend op training in het zadel en verwaarlozen belangrijke aspecten zoals gerichte krachttraining en core-stabiliteit. Dit kan niet alleen de prestatieontwikkeling belemmeren, maar ook leiden tot overbelasting en blessures. Dit praktijkboek biedt wetenschappelijk onderbouwde trainingsmethoden voor systematische prestatieopbouw - van de juiste pedaaltechniek tot de optimale periodisering van krachttraining. U leert hoe u uw wattages kunt verhogen door efficiënte krachttraining en uw rompstabiliteit duurzaam kunt verbeteren. Met gedetailleerde oefenbeschrijvingen, trainingsplannen en praktijkgerichte tips voor prestatieanalyse biedt dit handboek een gestructureerde handleiding voor meetbare vooruitgang in de wielersport. Optimaliseer uw training vandaag nog met bewezen methoden uit de sportwetenschap en trainingspraktijk - voor meer kracht op de fiets en blessurevrij trainen.
Ik wens u nu een inspirerende en verhelderende leeservaring. Als u suggesties, kritiek of vragen heeft, stel ik uw feedback op prijs. Alleen door actieve uitwisseling met u, de lezers, kunnen toekomstige edities en werken nog beter worden. Blijf nieuwsgierig!
Artemis Saage
Saage Media GmbH
[email protected]ße 7 - c/o SpinLab – The HHL Accelerator, 04179 Leipzig, Germany
Inleiding
Om u de best mogelijke leeservaring te bieden, willen we u vertrouwd maken met de belangrijkste kenmerken van dit boek.
De hoofdstukken zijn in een logische volgorde gerangschikt, zodat u het boek van begin tot eind kunt lezen. Tegelijkertijd is elk hoofdstuk en subhoofdstuk ontworpen als een zelfstandige eenheid, zodat u ook selectief specifieke secties kunt lezen die voor u van bijzonder belang zijn.
Elk hoofdstuk is gebaseerd op zorgvuldig onderzoek en bevat uitgebreide referenties. Alle bronnen zijn direct gelinkt, zodat u indien gewenst dieper in het onderwerp kunt duiken. Ook de in de tekst geïntegreerde afbeeldingen bevatten passende bronvermeldingen en links. Een volledig overzicht van alle bronnen en afbeeldingscredits vindt u in de gelinkte bijlage.
Om de belangrijkste informatie effectief over te brengen, sluit elk hoofdstuk af met een beknopte samenvatting. Technische termen zijn onderstreept in de tekst en worden uitgelegd in een gelinkte woordenlijst die direct daaronder is geplaatst.
Voor snelle toegang tot aanvullende online content kunt u de QR-codes scannen met uw smartphone.Extra bonusmateriaal op onze website
Op onze website stellen wij de volgende exclusieve materialen ter beschikking:
Bonusinhoud en extra hoofdstukkenEen compact totaaloverzichtEen PDF-bestand met alle bronvermeldingenAanvullende leesaanbevelingen
De website is momenteel nog in aanbouw.
SaageBooks.com/nl/wielrentraining-bonus-TTOX6S
1. Grondbeginselen van wielrentraining
De systematische training in de wielersport is gebaseerd op complexe fysiologische grondslagen en vereist een diepgaand begrip van verschillende trainingsprincipes. Hoe vind je de optimale balans tussen belasting en herstel? Welke rol spelen de verschillende energiesystemen van het lichaam voor de prestatieontwikkeling?
De eisen in de moderne wielersport zijn veelzijdig - van korte, explosieve sprints tot meerdaagse uithoudingsinspanningen. Een wetenschappelijk onderbouwde training houdt rekening met zowel de specifieke spiergroepen als de metabolische processen tijdens de belasting. De precieze sturing en controle van de training door moderne meettechniek maakt het vandaag de dag mogelijk om trainingsprikkels gericht in te zetten en vooruitgang objectief te documenteren.
De basisprincipes van wielrentraining begrijpen is de sleutel tot een systematische en duurzame prestatieontwikkeling - ongeacht of het doel deelname aan wedstrijden of verbetering van de persoonlijke fitheid is.
1. 1. Fysiologische aspecten
De fysiologische aspecten van de wielersport roepen fascinerende vragen op: Hoe interageren de verschillende energiesystemen tijdens verschillende belastingsintensiteiten? Welke rol spelen specifieke spiergroepen bij de prestatieontwikkeling? En hoe kan de training worden geoptimaliseerd door een dieper begrip van de stofwisselingsprocessen en hartfrequentiezones?
De antwoorden op deze vragen zijn complex en gelaagd. Ze reiken van het moleculaire niveau van energievoorziening tot aan de praktische trainingssturing in de competitie. Daarbij wordt steeds duidelijker dat effectief wielertraining veel meer vereist dan alleen hard trainen - het is gebaseerd op de interactie van verschillende fysiologische systemen die doelgericht ontwikkeld en aangestuurd moeten worden.
De volgende secties belichten deze samenhangen in detail en bieden concrete aanknopingspunten voor hoe atleten hun training op basis van fysiologische inzichten kunnen optimaliseren. Een dieper begrip van deze fundamenten stelt in staat om de eigen training preciezer te sturen en daarmee betere prestaties te behalen.
„De mitochondriën dichtheid neemt toe, de doorbloeding van de spieren verbetert door versterkte capillarisatie, en het vermogen tot vetoxidatie stijgt door regelmatig trainen in zone 2.“
1. 1. 1. Energiesystemen in de wielersport
In de wielersport spelen de verschillende energiesystemen van het lichaam een centrale rol voor de prestatie. De efficiëntie van deze systemen bepaalt in belangrijke mate het succes of falen in de competitie [s1]. Het is belangrijk te begrijpen dat niet alleen de maximale zuurstofopname (VO2max) bepalend is, maar vooral het vermogen om de aanwezige fitheid optimaal te benutten [s2].
De energievoorziening in de wielersport gebeurt via drie essentiële systemen: het aerobe systeem, het anaerobe-lactaat systeem en het anaerobe-alactaat systeem. Bij langere inspanningen in het lage intensiteitsbereik, zoals typisch in zone 2, overheerst de aerobe stofwisseling. Hier wordt voornamelijk energie verkregen door vetverbranding [s3]. Een praktisch voorbeeld: Bij een vier uur durende basisrit in zone 2 moeten atleten bewust in dit lage intensiteitsbereik blijven om de vetverbranding te optimaliseren en de waardevolle koolhydraatvoorraden te sparen.
De fysiologische aanpassingen door regelmatig trainen in zone 2 zijn opmerkelijk: De mitochondriendichtheid neemt toe, de doorbloeding van de spieren verbetert door versterkte kapillarisering, en het vermogen tot vetoxidatie stijgt [s3]. Dit stelt wielrenners in staat om ook bij hogere intensiteiten langer op vetten als energiebron terug te vallen. Een ervaren atleet kan bijvoorbeeld bij 75% van zijn maximale prestatie nog efficiënt vetten metaboliserend, terwijl een ongetrainde hier al voornamelijk koolhydraten verbrandt.
Het gebruik van koolhydraten speelt vooral bij hogere intensiteiten een belangrijke rol. Studies tonen een sterke lineaire relatie aan tussen trainingsbelasting en koolhydraatverbruik [s4]. Voor de praktijk betekent dit: Bij intensieve eenheden of wedstrijden moet de koolhydraatinname dienovereenkomstig worden aangepast. Als vuistregel geldt: Hoe hoger de intensiteit, hoe meer koolhydraten er nodig zijn.
Interessant is ook de invloed van hormonale factoren op de energiestofwisseling, vooral bij vrouwelijke atleten. Oestrogeen en progesteron beïnvloeden de energievoorziening tijdens verschillende fasen van de menstruatiecyclus [s5]. In de middelste luteale fase kan de uithoudingsprestatie verbeteren door een gunstige hormoonverhouding. Vrouwelijke atleten kunnen hiervan profiteren door hun intensiefste trainingseenheden in deze fase te plannen.
Voor sprinttraining is kennis van de energiesystemen ook cruciaal. Hoewel sprints primair het anaerobe systeem aanspreken, toont onderzoek aan dat de aerobe fitheid een belangrijke invloed heeft op het vermogen om meerdere sprints te herhalen [s6]. Een praktische trainingstip: Sprinters moeten naast hun specifieke snelheidstraining ook regelmatig gematigde duurtrainingen inbouwen.
De optimale trainingsopzet houdt rekening met alle energiesystemen door een gepolariseerde aanpak: Het grootste deel van de training vindt plaats in de lage intensiteitszones, aangevuld met gerichte hoogintensieve eenheden [s7]. Een typisch trainingsschema zou er als volgt uit kunnen zien: 80% van de training in de zones 1 en 2, 15% in zone 3, en 5% in de hoogintensieve zones 4-6.
De energiesystemen passen zich aan de specifieke eisen aan door gerichte training [s8]. Deze aanpassingen betreffen niet alleen de spieren, maar het gehele cardiovasculaire systeem. Een goed getrainde wielrenner kan bijvoorbeeld bij dezelfde absolute prestatie met een lagere hartslag rijden dan een ongetrainde, wat te wijten is aan een verbeterde bewegingseconomy [s1].
WoordenlijstKapillariseringBeschrijft het aantal en de dichtheid van de kleinste bloedvaten in spierweefsel. Een goede kapillarisering zorgt voor een betere zuurstof- en voedingsstoffenvoorziening van de spieren.Luteale faseFase van de vrouwelijke menstruatiecyclus na de ovulatie, die ongeveer 14 dagen duurt. In deze periode is het lichaam bijzonder goed in staat om vetten als energiebron te gebruiken.MitochondriendichtheidAantal van de celkrachtcentrales per spiercel. Hoe hoger de dichtheid, hoe meer energie er tegelijkertijd kan worden geproduceerd.
1. 1. 2. Spiergroepen en hun functie
Bij het fietsen werken verschillende spiergroepen in een complex samenspel, waarbij elke groep specifieke functies tijdens de bewegingscyclus vervult [s9]. Het grootste werk wordt verricht door de spieren van de onderste ledematen, die samenwerken in een nauwkeurig gecoördineerd activatiepatroon.
De bovenbeenspieren, met name de quadriceps met zijn vier koppen, zijn de primaire aandrijfkracht bij het fietsen. De afzonderlijke spieren vertonen verschillende activatiepatronen tijdens de verschillende fasen van de pedaalcyclus [s9]. De rectus femoris, als enige twee-gewrichtspier van de quadriceps, heeft een bijzondere rol: hij is niet alleen betrokken bij de knie-extensie, maar ondersteunt ook de heupbuiging. Dit blijkt uit twee duidelijke activatiefasen tijdens de pedaalslag [s9]. Voor wielrenners betekent dit dat ze bij hun krachttraining bijzonder moeten letten op de evenwichtige ontwikkeling van alle quadricepskoppen.
De hamstringspieren (achterste bovenbeenspieren) worden vooral actief in de overgangsfase van extensie naar flexie [s9]. Deze spiergroep is essentieel voor een ronde pedaalslag en helpt om het dode punt in de pedaalcyclus te overwinnen. In de praktijk zouden atleten specifieke oefeningen voor het versterken van de hamstrings in hun trainingsprogramma moeten opnemen, zoals Nordic Hamstring Curls of Romanian Deadlifts.
De kuitspieren, met name de gastrocnemius medialis, reageren bijzonder gevoelig op de zadelhoogte [s10]. Bij een verhoging van het zadel van 95% naar 100% van de trochanterhoogte werd een significant hogere spieractivatie waargenomen. Dit onderstreept het belang van een correcte zithouding voor optimale spieractivatie.
Interessant is dat er duidelijke verschillen in de spierarchitectuur zijn tussen sprinters en langeafstandrijders [s11]. Sprinters hebben een grotere spierdikte in de bovenbenen, terwijl bij langeafstandrijders de vezelhoek een belangrijkere rol speelt voor de prestatie. Deze bevindingen moeten in de trainingsplanning worden meegenomen: sprinters zouden meer hypertrofiegerichte training moeten opnemen, terwijl langeafstandrijders zich zouden moeten concentreren op de ontwikkeling van spierkwaliteit.
Met toenemende belasting veranderen de activatiepatronen van de spieren duidelijk [s12]. De biceps femoris en de tibialis anterior vertonen eerdere activaties en vertraagde deactivaties, wat leidt tot langere activiteitsfasen. Praktisch betekent dit dat atleten hun training progressief moeten vormgeven om deze aanpassingen te optimaliseren.
Het concept van spieren-synergieën speelt een belangrijke rol bij het fietsen [s13][s14]. Verschillende spiergroepen werken samen in functionele eenheden om efficiënte bewegingen te genereren. Een effectieve training zou daarom niet alleen individuele spieren isoleren, maar ook complexe bewegingspatronen moeten omvatten die meerdere spiergroepen tegelijkertijd activeren.
De neuromusculaire vermoeidheid manifesteert zich zowel centraal als perifeer [s15]. Duursporters vertonen een efficiëntere spieractivatie dan krachtsporters, wat zich uit in hogere mediane frequenties van de EMG-signalen. Voor de training betekent dit dat naast pure spierkracht ook de neuromusculaire coördinatie ontwikkeld moet worden, bijvoorbeeld door specifieke techniek oefeningen op de fiets.
WoordenlijstGastrocnemius medialisBinnenste deel van de tweehoofdige kuitspier, belangrijk voor de plantaire flexie (tenenstand) en kniebuigingQuadricepsVierkoppige spier aan de voorkant van het bovenbeen, verantwoordelijk voor de extensie in het kniegewrichtRectus femorisRechthoekige spier van het bovenbeen, die als enige van de vier quadricepsspieren zowel over het knie- als heupgewricht looptTibialis anteriorVoorkant van de scheenbeenspier, verantwoordelijk voor het optillen van de voet en ondersteunt de opwaartse beweging van het pedaal tijdens het fietsenTrochanterhoogteAfstand van de grond tot de grote rolheuvel van het dijbeen, een belangrijke referentiepunt voor de zadelinstelling
1. 1. 3. Stofwisselingsprocessen tijdens belasting
Tijdens intensieve belasting in de wielersport ondergaat het lichaam complexe stofwisselingsfysiologische aanpassingen die nauwkeurig gereguleerd moeten worden om de prestaties te behouden. De skeletspieren spelen hierbij een centrale rol, doordat ze niet alleen de beweging mogelijk maken, maar ook aanzienlijk betrokken zijn bij de stofwisselingsregulatie [s16].
Bij gematigde belasting gebruikt het lichaam bij voorkeur vetten als energiebron. De regulatie van het vetmetabolisme gebeurt via verschillende controlepunten binnen en buiten de spiercellen. Interessant is dat vrije vetzuren niet, zoals lange tijd werd aangenomen, door eenvoudige diffusie in de spiercellen worden getransporteerd, maar door speciale eiwittransportmechanismen [s17]. Een praktische tip voor atleten: Om de vetverbranding te optimaliseren, moeten langere eenheden in het gematigde intensiteitsbereik worden uitgevoerd, bij voorkeur 's ochtends voor het ontbijt, wanneer de glycogeenvoorraden nog niet volledig zijn aangevuld.
Met toenemende belastingintensiteit stijgt de energiebehoefte drastisch, wat leidt tot een versterkte activatie van het sympathische zenuwstelsel [s16]. Dit resulteert in een keten van aanpassingsreacties: De spiercontractie wordt gereguleerd door de afgifte van intrazellulair calcium uit het sarkoplasmatisch reticulum, wat de interactie tussen myosine en actine mogelijk maakt [s16]. Voor wedstrijdsporters betekent dit: Een gerichte suppletie met natriumbicarbonaat kan de buffercapaciteit verhogen en daarmee de prestaties bij hoogintensieve belastingen verbeteren [s18].
Na intensieve trainingseisen treedt het zogenaamde EPOC-effect (excess post-exercise oxygen consumption) op [s19]. Dit verhoogde nabehaaleffect bestaat uit een snelle en een verlengde component en biedt de kans om de stofwisseling ook na de training positief te beïnvloeden. Een praktische benadering: Hoogintensieve intervallen aan het einde van een trainingseenheid kunnen het EPOC-effect maximaliseren.
De mitochondriale aanpassing vertoont interessante seizoensgebonden schommelingen. Studies tonen aan dat de hoeveelheid mitochondriale eiwitten na de voorbereidingsfase hoger is dan na de wedstrijdfase [s20]. Dit suggereert dat de capaciteit voor mitochondriale biogenese aan het einde van een intensieve wedstrijdseizoen uitgeput kan zijn. Trainingsaanbeveling: Na het wedstrijdseizoen moet er voldoende hersteltijd worden ingepland om de mitochondriale capaciteit weer op te bouwen.
Voeding speelt een cruciale rol bij het optimaliseren van de stofwisselingsprocessen. In het bijzonder kan de inname van whey-eiwit en leucine na de training de spierproteïnesynthese verhogen en de immunfunctie positief beïnvloeden [s21]. Een concreet voedingsadvies: Binnen 30 minuten na intensieve training moeten 20-25g hoogwaardige eiwitten samen met snel beschikbare koolhydraten worden ingenomen.
Bij hoogintensieve belastingen komt het tot een verhoogde lactaatproductie. Suppletie met natriumbicarbonaat kan hier de H+-afvoer uit de spiercellen bevorderen en daarmee de contractievermogen en glycolytische snelheid verbeteren [s18]. Dit is bijzonder relevant voor tijdritten of intense bergsprints. Praktische toepassing: De inname moet ongeveer 60-90 minuten voor de wedstrijd plaatsvinden om optimale bloedwaarden te bereiken.
De stofwisselingsaanpassingen tijdens de belasting zijn ook afhankelijk van de trainingsperiodisering. De expressie van bepaalde eiwitten zoals Tenascin-C en myogenin neemt na de tweede voorbereidingsfase significant toe en correleert met het trainingsvolume en de intensiteit [s20]. Voor de trainingsplanning betekent dit: De intensiefste trainingsblokken moeten in de voorbereidingsfase worden geplaatst, wanneer de metabolische aanpassingscapaciteit het hoogst is.
WoordenlijstActineEen draadachtig eiwit in spiercellen, dat door interactie met myosine de spierverkorting mogelijk maaktEPOCVerwijst naar het verhoogde zuurstofverbruik na lichamelijke activiteit, dat tot 24 uur kan aanhouden en bijdraagt aan de extra calorieverbrandingMyogeninEen transcriptiefactor die de ontwikkeling en reparatie van spierweefsel reguleertMyosineEen motorproteïne in de spiercellen, dat samen met actine de fundamentele functionele eenheid voor spiercontracties vormtsarkoplasmatisch reticulumEen gespecialiseerd membraansysteem in spiercellen, dat als calciumopslag fungeert en de spiercontractie reguleertTenascin-C