De hond van de Baskervilles - Arthur Conan Doyle - E-Book

De hond van de Baskervilles E-Book

Arthur Conan Doyle

0,0
2,49 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

De hond van de Baskervilles is de derde van de vier misdaadromans van de Britse schrijver Arthur Conan Doyle met detective Sherlock Holmes. Oorspronkelijk gepubliceerd in The Strand Magazine van augustus 1901 tot april 1902, speelt het zich grotendeels af in Dartmoor, Devon, in het Engelse West Country en volgt Holmes en Watson die de legende onderzoeken van een angstaanjagende, duivelse hond van bovennatuurlijke oorsprong. Dit was de eerste verschijning van Holmes sinds zijn schijnbare dood in "The Final Problem", en het succes van De hond van de Baskervilles leidde tot de uiteindelijke heropleving van het personage.

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Hoofdstuk 1 Sherlock Holmes

Sherlock Holmes stond 's morgens meestal laat op, behalve als hij - en dat gebeurde regelmatig - de hele nacht opbleef. Die ochtend zat hij al aan de ontbijttafel. Ik stond voor de haard en pakte de wandelstok op die onze bezoeker de avond daarvoor was vergeten. Het was een prachtig, stevig stuk hout met een rond uiteinde, dat bekend staat als een Penang lawyer. Vlak onder de knop zat een zilveren plaatje van ongeveer tweeenhalve centimeter breed. Er was een tekst in gegraveerd: 'Voor James Mortimer, Lid van de Koninklijke Vereniging van Artsen, van zijn vrienden van de C. C. H., 1884. ' Het was echt zo'n stok die ouderwetse huisartsen gewoonlijk gebruiken - deftig, stevig en vertrouwen wekkend. 'En, Watson, wat denk jij ervan?' Holmes zat met zijn rug naar me toe en ik had hem niet laten merken wat ik in mijn handen had. 'Hoe weet je wat ik aan het doen ben? Volgens mij heb je ogen in je rug. ' 'Er staat een glanzend gepoetste zilveren koffiepot voor me, ' zei hij. 'Maar, Watson, vertel me eens wat je mening is over de stok van onze bezoeker. Nu we hem misgelopen zijn en geen idee hebben wat hij van ons wil, kan zijn stok ons misschien enkele aanwijzingen geven. Ik wil wel eens horen welke conclusies jij trekt. ' 'Ik denk, ' zei ik, terwijl ik probeerde zo goed mogelijk de methodes van mijn vriend te volgen, 'dat dokter Mortimer een succesvolle, bejaarde en sympathieke arts is, gezien het feit dat zijn vrienden hem hun teken van waardering hebben gegeven. ' 'Heel goed!' zei Holmes. 'Uitstekend!' 'Ik denk ook hij waarschijnlijk een plattelandsarts is die een groot deel van zijn bezoeken te voet aflegt. ' 'Waarom?' 'Omdat ik me niet kan voorstellen dat deze wandelstok, die echt heel mooi moet zijn geweest, zo toegetakeld is omdat hij in de stad is gebruikt. De dikke ijzeren dop is versleten en dat bewijst dat onze onbekende er lange afstanden mee heeft gelopen. ' 'Dat klinkt logisch!' zei Holmes. 'En daar komt de inscriptie 'vrienden van de C. C. H. ' nog bij. Ik vermoed dat het hier gaat om de puntje puntje Herenclub. Misschien heeft hij de leden van die plaatselijke club eens medische hulp verstrekt, en hebben zij hem als dank dit cadeau gegeven. ' 'Watson, je overtreft jezelf, ' zei Holmes terwijl hij zijn stoel achteruit schoof en een sigaret opstak. 'Ik moet zeggen dat in alle verslagen die je hebt uitgebracht over mijn onbeduidende prestaties, je je eigen capaciteiten sterk hebt onderschat. Je bent misschien zelf niet lumineus, maar je laat een verhelderend licht schijnen. Sommige personen hebben de opmerkelijke kracht om talent te stimuleren, zonder het zelf te bezitten. Ik beken, beste vriend, dat ik veel aan je te danken heb. ' Hij had nog nooit eerder zoiets gezegd, en ik moet toegeven dat zijn woorden me plezier deden. Ik was vaak gepikeerd geweest door zijn onverschilligheid ten opzichte van mijn bewondering en de pogingen die ik had ondernomen zijn methodes openbaar te maken. Ik was er ook trots op dat ik zijn systeem zo goed onder de knie had gekregen dat ik het had toegepast op een manier die zijn goedkeuring wegdroeg. Hij nam mij de stok uit handen en onderzocht hem enkele minuten met het blote oog. Toen legde hij zijn sigaret weg, ging met de stok naar het raam en bekeek hem opnieuw met een vergrootglas. 'Interessant, maar elementair, ' zei hij terwijl hij naar zijn favoriete hoekje van de bank terugging. 'Er zijn nog een of twee aanwijzingen op de stok te zien, die ons de basis voor een paar deducties geven. ' 'Heb ik iets over het hoofd gezien?' vroeg ik een beetje verwaand. 'Ik neem aan dat me niets belangrijks is ontgaan. ' 'Ik ben bang, beste Watson, dat het grootste deel van je conclusies verkeerd was. Toen ik zei dat je me stimuleert, bedoelde ik eerlijk gezegd dat ik af en toe de waarheid ontdek omdat ik jouw vergissingen opmerk. Niet dat je het hier helemaal mis hebt. De man is zeker een plattelandsarts. En hij wandelt veel. ' 'Dus ik had gelijk. ' 'Niet helemaal. ' 'Maar dat was alles. ' 'Nee, nee, beste Watson, niet alles - absoluut niet alles. Ik denk bijvoorbeeld dat een cadeau aan een arts eerder van een hospitaal dan van een herenclub afkomstig is, en dat als voor dat ziekenhuis de initialen 'C. C' staan, al snel de woorden 'Charing Cross' bij je opkomen. ' 'Dat zou kunnen. ' 'Het lijkt me heel waarschijnlijk. En als we van deze hypothese uitgaan hebben we een nieuwe basis voor de reconstructie van onze onbekende bezoeker. ' 'Goed, als we ervan uitgaan dat 'C. C. H. ' 'Charing Cross Hospitaal' betekent, wat kunnen we daar dan nog meer uit afleiden?' 'Heb je geen enkele suggestie? Je kent mijn methodes. Pas ze toe!' 'Ik kan alleen de overduidelijke conclusie trekken dat de man in de stad heeft gewerkt voor hij naar het platteland ging.' 'Ik denk dat we nog wel wat verder kunnen gaan. Bekijk het eens in dit licht. Bij wat voor gelegenheid zou men zo'n geschenk geven? Wanneer zouden zijn vrienden bij elkaar komen om hem hun genegenheid te tonen? Uiteraard op het moment dat dokter Mortimer bij het ziekenhuis wegging om zijn eigen praktijk te beginnen. We weten dat er een cadeau is gegeven. We nemen aan dat er een overstap van een stadsziekenhuis naar een plattelandspraktijk heeft plaatsgevonden. Zouden we dan de conclusie kunnen trekken dat het cadeau is gegeven bij de gelegenheid van die overstap?' 'Dat is mogelijk. ' 'Het is duidelijk dat hij niet tot de staf van het ziekenhuis behoorde, omdat alleen een arts met een briljante Londense praktijk zo'n positie zou kunnen bekleden en zo'n man zou zeker niet op het platteland gaan wonen. Wat deed hij dan wel? Als hij in het ziekenhuis werkte en niet tot de staf behoorde, kon hij alleen een inwonende chirurg of geneesheer zijn geweest - niet veel meer dan een net afgestudeerde student. En hij is vijf jaar geleden vertrokken: de datum staat op de stok. En zo, mijn beste Watson, verdwijnt je ernstige huisarts van middelbare leeftijd en doemt een jonge vent van onder de dertig op, vriendelijk, niet ambitieus, afwezig, in het bezit van een lievelingshond die ik grofweg zou beschrijven als groter dan een terrier en kleiner dan een buldog. ' Ik lachte ongelovig terwijl Sherlock Holmes achteroverleun-de op zijn bank en kleine rookkringen naar het plafond blies. 'Wat het laatste betreft, dat kan ik niet controleren, ' zei ik, 'maar het moet niet moeilijk zijn enkele feiten over zijn leeftijd en carriere te vinden. ' Ik haalde het Medisch Adresboek uit mijn boekenkast en zocht de naam op. Er waren meerdere Mortimers, maar slechts een daarvan kon onze bezoeker zijn. Ik las zijn staat van dienst hardop voor. 'Mortimer, James, Lid van de Koninklijke Vereniging van Artsen, 1882, Grimpen, Dartmoor, Devon. Inwonend chirurg van 1882 tot 1884 bij het Charing Cross Hospitaal. Winnaar van de Jackson-prijs voor Vergelijkende Pathologie, met het essay getiteld 'Is ziekte een atavisme?' Corresponderend lid van de Zweedse Pathologische Vereniging. Auteur van 'Enige grillen van atavisme (Lancet, 1882). 'Maken we vooruitgang?' (Journal of Psychology, maart 1883). Huisarts van de gemeenten Grimpen, Thorsley en High Barrow. ' 'Geen woord over die plaatselijke herenclub, Watson, ' zei Holmes met een boosaardige glimlach, 'maar een plattelandsarts, zoals je al scherpzinnig had opgemerkt. Ik denk dat mijn gevolgtrekkingen tamelijk juist zijn. Ik zei, als ik me goed herinner, dat hij vriendelijk, niet ambitieus en verstrooid is. Mijn ervaring is dat in die kringen alleen een beminnelijk mens een huldeblijk ontvangt, dat alleen een niet-ambitieuze persoon een carriere in Londen opgeeft voor het platteland en dat alleen een verstrooide professor zijn stok bij je achterlaat in plaats van zijn visitekaartje, nadat hij een uur op je heeft gewacht. ' 'En de hond?' 'Die brengt de stok altijd naar zijn baas. Omdat de stok zwaar is, houdt de hond hem stevig in het midden vast en zijn tandafdrukken zijn duidelijk zichtbaar. De ruimte tussen deze afdrukken is volgens mij te breed voor de kaken van een terrier en niet breed genoeg voor die van een buldog. Het zou een - ja, waarachtig, het is een krulharige spaniel!' Terwijl hij dit zei, was hij opgestaan en de kamer door gelopen. Toen bleef hij staan bij het raam. Hij klonk zo overtuigd dat ik verbaasd opkeek. 'Beste vriend, hoe kun je daar in hemelsnaam zo zeker van zijn?' 'Om de simpele reden dat ik de hond zelf op onze stoep zie staan, en daar belt zijn eigenaar al. Blijf alsjeblieft hier, Watson. Hij is een collega van je en je aanwezigheid kan me van nut zijn. En dit is het dramatische ogenblik van het lot, Watson, als je op de trap stappen hoort die je leven binnenlopen, en je niet weet of ze goed of kwaad brengen. Wat wil dokter James Mortimer, de wetenschapper, vragen aan Sherlock Holmes, de misdaadspecialist? Binnen!' Het uiterlijk van onze bezoeker verbaasde me, omdat ik een typische plattelandsdokter had verwacht. Het was een zeer lange, magere man, met een neus die als een snavel uitstak tussen een paar doordringende, dicht bij elkaar staande grijze ogen achter een met goud omrande bril. Hij was nogal slordig gekleed, want zijn overjas was smerig en zijn broek gerafeld. Ondanks zijn jonge leeftijd was zijn rug al gebogen, en hij hield bij het lopen zijn hoofd vooruitgestoken. Er hing een sympathieke sfeer om hem heen. Bij zijn binnenkomst viel zijn blik op de stok in Holmes' handen, en met een kreet van vreugde rende hij ernaartoe. 'Wat ben ik blij, ' zei hij. 'Ik wist niet zeker of ik hem hier had laten liggen of op het expeditiekantoor. Ik zou die stok voor geen geld kunnen missen. ' 'Een geschenk, zie ik, ' zei Holmes. 'Jazeker, meneer. ' 'Van het Charing Cross Hospitaal?' 'Van een paar vrienden daar ter gelegenheid van mijn huwelijk. ' 'Ach jee, dat is erg!' zei Holmes en schudde zijn hoofd. Dokter Mortimer keek hem vanachter zijn brillenglazen lichtelijk verbaasd aan. 'Waarom is dat erg?' 'Alleen omdat u onze deducties overhoop hebt gegooid. Uw huwelijk, zegt u?' 'Ja, meneer. Ik ben getrouwd en ben bij het ziekenhuis weggegaan. Ik moest een eigen huis hebben. ' 'We zitten er dus welbeschouwd niet zo ver naast, ' zei Holmes. 'En nu, dokter James Mortimer... ' 'Meneer Mortimer - ik ben maar een nederige huisarts. ' 'En kennelijk een man met een scherpe geest. ' 'Een liefhebber van de wetenschap, meneer Holmes, die de schelpen oppikt op het strand van de grote onbekende oceaan. Ik neem tenminste aan dat ik met Sherlock Holmes spreek en niet... ' 'Nee, deze heer is mijn vriend dokter Watson. ' 'Aangenaam, meneer Watson. Ik heb uw naam horen noemen in relatie tot die van uw vriend. U interesseert me, meneer Holmes. Ik had me eigenlijk niet zo'n lange schedel of zo'n goed ontwikkelde bovenorbitale opbouw voorgesteld. Hebt u er bezwaar tegen als ik mijn vinger langs uw slapen laat lopen? Een afdruk van uw schedel, meneer, zolang het origineel niet beschikbaar is, zou een sieraad zijn voor ieder antropologisch museum. Ik moet zonder te overdrijven bekennen dat ik uw schedel graag zou willen hebben. ' Sherlock Holmes wees onze bezoeker een stoel. 'Ik merk dat u net zo enthousiast bent in uw vakgebied als ik in het mijne, ' zei hij. 'Ik zie aan uw wijsvinger dat u uw eigen sigaretten draait. Steek er gerust een op. ' De man haalde vloeitjes en tabak tevoorschijn en draaide met verbazingwekkende handigheid een sigaret. Hij had lange, bewegelijke vingers, die zo vlug en onrustig waren als de voelsprieten van een insect. Holmes zweeg, maar ik kon aan de blikken die hij op onze vreemde gast wierp, zien dat die hem erg interesseerde. 'Ik veronderstel, meneer, ' zei hij uiteindelijk, 'dat u me gisteravond en vandaag niet alleen bent komen opzoeken om mijn schedel te bevoelen?' 'Nee, meneer, zeker niet, ook al ben ik blij dat ik dat tevens heb kunnen doen. Ik ben hier gekomen, meneer Holmes, omdat ik me ervan bewust ben dat ik niet zo praktisch ben en omdat ik plotseling word geconfronteerd met een heel serieus en buitengewoon probleem. Omdat ik weet dat u de op een na grootste expert bent in Europa. 'O ja, meneer? Mag ik vragen wie de eer toevalt de eerste te zijn?' vroeg Holmes een beetje bitter. 'Het werk van de heer Bertillon spreekt de exacte wetenschapper sterk aan. ' 'Was het dan niet beter geweest als u zich tot hem had gewend?' 'Ik zei, meneer, de exacte wetenschapper. Maar het is algemeen erkend dat u als man van de praktijk boven iedereen uitsteekt. Ik hoop, meneer, dat ik u niet onbewust. 'Een klein beetje maar, ' zei Holmes. 'Ik denk, dokter Mortimer, dat u me het beste zonder veel omhalen kunt vertellen voor welk probleem u mijn hulp nodig heeft. '

 

Hoofdstuk 2 De vloek van de Baskervilles