Erhalten Sie Zugang zu diesem und mehr als 300000 Büchern ab EUR 5,99 monatlich.
"Vrijheid is een geld kwestie" verkent de sociale en economische gevolgen van inflatie in het huidige financiële systeem en geeft een vergelijking op verschillende gebieden met een systeem met gezond geld (geld zonder inflatie). Stijgende prijzen, groeiende rijen bij de voedselbank, grote bedrijven die miljarden winsten genereren, toenemende oorlogsdreiging; dit boek is geschreven voor mensen die de verbanden willen leggen in een versnellende reeks van schijnbaar zinloze en niet-verbonden wereldgebeurtenissen. Uitgerust met het beschreven raamwerk, zullen deze gebeurtenissen begrijpelijk en zelfs voorspelbaar worden. Het boek heeft een sterke basis in de wereldgeschiedenis en de grote cycli en het geeft helder weer op welke manier inflatie de loop van de geschiedenis heeft bepaald en ook wat de geschiedenis ons vertelt over de staat van ons huidige monetaire systeem. In dit boek lees je hoe bitcoin — een digitaal gezond geld zonder onbeperkte inflatie — in dit plaatje past. Ook wordt het helder wat we kunnen doen voor onze persoonlijke financiële zekerheid in de komende tijden.
Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:
Seitenzahl: 325
Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:
VRIJHEID IS EEN GELD KWESTIE
VRIJHEID IS EEN GELD KWESTIE
Sander Luiten
HET PAD NAAR EEN
NATUURLIJKE, VERANTWOORDELIJKE,
EN VRIJE TOEKOMST.
VRIJHEID IS EEN GELD KWESTIE
Copyright © 2023 Sander Luiten
www.vrijheidiseengeldkwestie.nl
voor het eerst gepubliceerd in Nederland 2023
Uitgeverij Mijnbestseller.nl
ISBN 9789403726151
Ontwerp omslag: Sander Luiten
Joyce, André en Mark,
Bedankt voor jullie slimme feedback!
Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze publicatie mag worden gereproduceerd
en/of openbaar gemaakt via digitale middelen,
door mechanische middelen of op welke manier dan ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de auteur.
Voor een verzoek om toestemming
of voor contact of andere informatie, ga naar de website:
www.vrijheidiseengeldkwestie.nl
Vrijheid is een geld kwestie
Dit boek is opgedragen aan
aan al onze kinderen
en aan hun kinderen
Met dank aan mijn
partner Joyce
voor haar onvermoeibare
bijdragen
Er wacht onze kinderen een mooie toekomst, met vrijheid, welvaart en in harmonie met de aarde. Maar er zit een addertje onder het gras: we zullen allemaal onafhankelijk moeten kiezen om er deel van uit te maken.
Dit boek gaat over het beest dat monetaire inflatie is en al zijn mechanismen en prikkels. Inflatie is - zacht uitgedrukt - niet geweldig voor de mensheid of de aarde.
Dit boek gaat ook over mogelijk een van de meest cruciale ontwikkelingen in de geschiedenis van de mensheid: het opheffen van inflatie door het bitcoin monetaire systeem van gezond geld. Dit systeem heeft zijn eigen reeks mechanismen en prikkels en heeft de potentie om de mensheid te helen, wijsheid te brengen en de mensheid op één lijn te brengen met zichzelf en met de Aarde.
Een paar jaar geleden, voordat ik begon met het schrijven van dit boek, begon ik me steeds ongemakkelijker te voelen over mijn eigen financiële toekomst. Op dat moment werkte ik als zelfstandig architect voor particuliere klanten. Ik zag dat er steeds meer papierwerk nodig was voor bouwvergunningen, maar tegelijkertijd bleef het honorarium dat ik voor een project kon vragen min of meer gelijk. Na verloop van tijd resulteerde dit in meer werk voor minder geld. En de situatie zou niet verbeteren tenzij ik het bedrijf zou laten groeien met meer werknemers en dat stond niet op mijn wensenlijstje.
Deze situatie dreef me ertoe om te kijken naar beleggen als een manier om mijn financiële vooruitzicht te verbeteren. Ik startte een onderzoek naar aandelen en crypto assets (ook bekend als "cryptocurrencies") en opende rekeningen bij een paar online aandelen- en cryptobeurzen.
Tegen die tijd, halverwege 2017, werden aandelen gewaardeerd op het dubbele van hun gemiddelde waarde over de afgelopen decennia, op basis van algemeen gebruikelijke maatstaven. Het was heel goed mogelijk dat ze weer naar beneden zouden storten, dus mijn spaargeld in aandelen steken leek me een zeer risicovolle beleggingsstrategie. De waarderingen van de aandelen van bedrijven waren omhooggeschoten als gevolg van het beleid van de Federal Reserve (de centrale bank van de Verenigde Staten) om de economie te stimuleren. Dit betekende dat aandelen volledig overgewaardeerd waren in vergelijking met de werkelijke waarde van hun respectievelijke bedrijven.
Ik realiseerde me dat als ik op een slimme manier wilde beleggen, ik een beetje moest uitzoomen en naar het financiële systeem als geheel moest kijken. En zo begon mijn zoektocht naar een glimp van het grotere plaatje, waarin ik veel boeken las over financiën en geschiedenis en lid werd van een online beleggings- en cryptogemeenschap.
Tijdens deze zoektocht ontdekte ik dat inflatie, het mechanisme dat de overwaarderingen op de aandelenmarkt veroorzaakte, ook leidt tot andere grote verstoringen zoals ongelijkheid in rijkdom. Hoe meer ik leerde, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat inflatie de sleutel is tot bijna alles wat er mis is in onze wereld: oorlog, armoede, slavernij en de vernietiging van de Aarde. Kennis over ongezond geld (geld met inflatie) is niet nieuw: veel mensen hebben al geschreven over het destructieve mechanisme van ongezond geld. Wat nieuw is in onze tijd is bitcoin, een nieuw opkomend monetair systeem (een geldsysteem) met echt gezond geld (geld zonder onbeperkte inflatie). Voor het eerst in de geschiedenis is gezond geld een mogelijkheid.
Een toekomst met gezond geld gaat niet alleen over de decentralisatie van geld en het einde van inflatie. Het gaat over de decentralisatie van alles, inclusief wijsheid en waarheid. Er zijn acht miljard mensen op deze aarde, met een myriade aan samenvallende en tegenstrijdige meningen. Ik geloof dat de wereld zo hoort te zijn: acht miljard even krachtige stemmen, in tegenstelling tot één zeer krachtige stem van de staat.
Dit boek is mijn bijdrage aan die acht miljard stukjes van de puzzel der wijsheid. Het doel is om het huidige systeem zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven en de extreme kwetsbaarheid en destructiviteit van dit systeem van ongezond geld te benadrukken. Naar mijn mening kan geen enkel protest, geen enkele goedbedoelende machtige persoon en geen enkele regimewisseling de wereld ooit genezen van dit destructieve systeem: De enige weg is die van gezond geld.
Het doel van dit boek is om te delen wat ik heb geleerd over de toenemende instabiliteit van het huidige monetaire systeem en over een toekomst met gezond geld - die naar mijn mening onvermijdelijk is. Ik geloof dat een bredere financiële basiskennis onder mensen zoals jij en ik meer van ons in staat zou stellen om verstandiger, beter geïnformeerde beslissingen te nemen voor de komende tijden. Dit boek is in het bijzonder geschreven voor mensen die de verbindingen willen leggen tussen de accelererende reeks van schijnbaar zinloze en verwarrende wereldgebeurtenissen. Uitgerust met het algemene raamwerk van de wereld zoals beschreven in dit boek, heb ik gemerkt dat wereldgebeurtenissen heel begrijpelijk - en zelfs voorspelbaar - zijn geworden.
We beginnen met een uitleg van inflatie, gevolgd door wat historische achtergrond. Daarna gaan we in op de maatschappelijke gevolgen van ongezond geld en bekijken we bitcoin in deze context. Uiteindelijk is het doel van dit boek om mensen bewust te maken van de keuze die we individueel hebben en het risico van niet kiezen.
Ik nodig je uit voor een reis door de financiële wereld en haar historische patronen. Ik geef je mijn kijk op dit alles.
Toen de pandemie begin 2020 de wereld trof, veranderden de regels van de samenleving radicaal. Overheden over de hele wereld bemoeiden zich met allerlei aspecten van het dagelijks leven van burgers en schreven voor hoeveel mensen we in ons huis mochten uitnodigen, welke medicijnen we in ons lichaam moesten injecteren, naar welke landen we mochten reizen, welke winkels essentieel waren en welke gesloten moesten worden, enzovoort. De komende tijd zullen we mogelijk te maken krijgen met meer en nog intensievere staatsbemoeienis als gevolg van klimaatverandering en andere crises.
Wat we sinds de financiële crisis van 2008 ook hebben gezien, is de toegenomen inspanning van centrale banken over de hele wereld om economieën te redden door middel van monetair beleid, nu het financiële systeem steeds instabieler wordt. Dit beleid heeft inflatie en stijgende kosten van levensonderhoud tot gevolg.
Toenemende overheidsinterventie en inflatie staan echter niet los van elkaar. Samen maken ze deel uit van een veel grotere historische cyclus die zich door de eeuwen heen heeft herhaald. Ray Dalio schrijft over deze cycli in zijn boek The Changing World Order. Als we terugkijken op de afgelopen 2000 jaar, zien we de voortdurende opkomst en ondergang van wereldrijken, samen met hun monetaire systemen, dat wil zeggen hun geldsystemen. Dit gebeurt in cycli van 100 tot 500 jaar. Onze voorouders waren getuige van de opkomst van het Romeinse Rijk, gevolgd door de ineenstorting ervan in 350 na Christus. Ze waren getuige van de opkomst en ondergang van het Spaanse Rijk, dat zijn hoogtepunt bereikte in 1550, van het Nederlandse Rijk, dat zijn hoogtepunt bereikte in 1650, van het Britse Rijk, dat zijn hoogtepunt bereikte in 1850, en ze waren getuige van de opkomst van de Verenigde Staten.
De ondergang van een rijk ging altijd gepaard met monetaire inflatie, enorme ongelijkheid in rijkdom, groeiende centrale overheidscontrole en uiteindelijk de ineenstorting van het financiële systeem en het rijk. Dit zijn de dingen die we momenteel zien gebeuren met het rijke Westen, geleid door de Verenigde Staten. Toenemende overheidsinterventie, toenemende inflatie, toenemende armoede en toenemende vluchtelingenstromen hangen allemaal samen met het einde van de cyclus waarin de westerse wereld zich bevindt en de onvermijdelijke ineenstorting van het wereldwijde monetaire systeem (het geldsysteem), dat gebouwd is op de dollar. We zijn ook getuige van de vorming van een nieuwe wereldorde, waarin China langzaam de dominante positie van de Verenigde Staten aan het overnemen is.
Er is een groeiend wereldwijd bewustzijn dat monetaire inflatie de mensheid ziek maakt. Naar mijn mening is de succesvolle verwijdering van inflatie een ontwikkeling die de mensheid op een ander historisch pad zal zetten, weg van machtige wereldrijken, kolonisatie, oorlogen, slavernij en de vernietiging van de Aarde, naar persoonlijke vrijheid, persoonlijke verantwoordelijkheid, harmonie met de natuur en individuele wijsheid.
Om deze visie te ondersteunen, gaan we historische cycli, geld en inflatie, het bankensysteem onderzoeken en we gaan een samenleving met ongezond geld (geld met inflatie) vergelijken met een samenleving met gezond geld (geld zonder inflatie). In het laatste deel gaan we kijken hoe bitcoin in dit alles past. De belangrijkste vraag die we moeten beantwoorden voordat we aan deze reis beginnen is:
"Wat is inflatie?"
Op belangrijke momenten in dit boek vat ik de belangrijkste punten van de discussie samen in de vorm van Highlights.
Highlights 1, hieronder, vat de aard van inflatie samen in een reeks uitgelichte onderwerpen die belangrijk zijn om te begrijpen hoe inflatie leidt tot de overdracht van rijkdom van de ene groep mensen naar de andere groep.
1. Een valuta is een papieren bankbiljet, zoals bijvoorbeeld de dollar, die in het leven is geroepen als representatie van een grondstof, zoals goud of zilver. Daarom is er een strikt verschil tussen een papieren (of digitaal) representatief geld en "echt" grondstof geld, dat zwaar is en in een kluis van een bank ligt.
2. Inflatie verwijst naar het opblazen van de geldvoorraad door meer papiergeld te printen voor bankleningen. Inflatie is heel gemakkelijk te berekenen: als de bankbiljetten in omloop verdubbeld worden, wordt de geldhoeveelheid met 100% opgeblazen, dus de inflatie is 100%.
De termen "inflatie en deflatie" worden vaak ten onrechte gebruikt om prijsveranderingen aan te duiden. Inflatie van de geldhoeveelheid moet niet worden verward met de consumentenprijsindex (CPI).
De CPI is een veelgebruikte manier om de procentuele verandering in de prijzen van goederen en diensten te meten. Deze veranderingen zijn een indirect gevolg van inflatie en vele andere factoren.
We kunnen zien hoeveel nieuw geprint geld de economie binnenkomt door te kijken naar de zogenaamde "M2 geldhoeveelheid". M2 is een schatting van de hoeveelheid geld in omloop. Deze is te zien op de websites van centrale banken over de hele wereld. In 1960 was M2 3 miljard dollar en in 2022 was het 20 biljoen dollar. In 60 jaar is de hoeveelheid dollars 6.000 keer vermenigvuldigd. Een grafiek van M2 van de dollar is opgenomen in het hoofdstuk De Verenigde Staten en de huidige situatie.
3. De waarde van het geld als geheel wordt bepaald door de economie als geheel. Het printen van meer papieren bankbiljetten zal de totale waarde van het geld niet verhogen. Met andere woorden, bestaande bankbiljetten zullen automatisch hun waarde delen met nieuw geprinte bankbiljetten, omdat de totale waarde van alle bankbiljetten niet verandert.
Ter illustratie, stel je voor dat we een pizza hebben verdeeld in 10 stukken, en dat er 10 bankbiljetten beschikbaar zijn om die 10 stukken te kopen. Eén stuk kost automatisch één bankbiljet. Als we 10 extra bankbiljetten printen, resulteert dat in een totaal van 20 bankbiljetten om dezelfde 10 stukken pizza te kopen. Eén stuk kost nu 2 bankbiljetten, en de inflatie is dus 100%.
In het echte leven, wanneer de geldhoeveelheid verdubbelt (100% inflatie), zullen prijsveranderingen veel minder direct plaatsvinden dan in de bovenstaande illustratie. Verschillende zaken zullen op verschillende momenten een stijging laten zien.
4. Bankleningen en inflatie komen op hetzelfde neer, omdat de geldhoeveelheid wordt opgeblazen wanneer een banklening wordt uitgegeven. De inkomsten van een bank zijn gebaseerd op de rente op bankleningen. De bank heeft geld en andere zaken in haar reserves. De reserves vormen slechts een fractie van het geld dat de bank uitleent. Dit wordt fractional reserve banking genoemd. De bank creëert nieuw geld voor een banklening (vóór het digitale tijdperk werd dit geld daadwerkelijk geprint). Dit geld bestond niet voordat de lening tot stand kwam.
De bank gebruikt geld op bankrekeningen en andere zaken als onderpand voor leningen. Zowel de bankrekeningen als de leningen zelf zijn toegankelijk als geld. De leningen vertegenwoordigen dus in feite een verdubbeling van dat geldbedrag.
Bovendien komt dit geleende geld na een aankoop met een banklening - bijvoorbeeld het kopen van een auto - op de bankrekening van de verkoper terecht. Het geld kan opnieuw worden gebruikt als onderpand voor leningen. Dit geld is nu verdrievoudigd en zal zich blijven vermenigvuldigen.
5. Iemand die geld leent van de bank ontvangt nieuw geprinte bankbiljetten, of het digitale equivalent van nieuw geprinte bankbiljetten. Die bankbiljetten krijgen automatisch een deel van de waarde van alle bestaande bankbiljetten.
6. Mensen die niet betrokken waren bij de transactie van die banklening worden toch geraakt door de transactie, omdat hun bankbiljetten, hun spaargeld en zelfs hun salaris automatisch waarde delen met de nieuw geprinte bankbiljetten voor die banklening.
7. Een bank leent meer uit dan ze aan reserves heeft. Daarom kan een banklening en de bijbehorende rente nauwkeuriger worden omschreven als een vergoeding die maandelijks aan de bank wordt betaald voor de creatie van nieuw geld, totdat het geld is terugbetaald en weer wordt vernietigd.
8. De bank beoordeelt of de persoon kredietwaardig is, dat wil zeggen of deze persoon in de toekomst waarschijnlijk in staat zal zijn om de aflossingen en de rente van de lening te betalen. De kredietwaardigheid wordt bepaald door te kijken naar het salaris van de lener, of het ondernemingsplan in het geval van een onderneming, om te onderzoeken of de lener erin zal slagen de aflossingen en rente te betalen.
Hierdoor lijkt het alsof de lener leent van de eigen toekomst, maar dat is in werkelijkheid niet het geval. De bankbiljetten (of het digitale equivalent) die de lener mee naar huis neemt, zijn nieuw gecreëerd, dus in feite krijgen deze nieuwe bankbiljetten hun waarde van de bestaande bankbiljetten van andere mensen, niet van de toekomst van de lener zelf.
9. Hoe kredietwaardiger de lener is, hoe groter de lening. Iemand met een klein salaris kan een kleine auto kopen met een lening, terwijl iemand met een groot salaris een groot huis kan kopen. Maar een groot internationaal bedrijf met grote verwachte inkomsten kan enorme hoeveelheden nieuw geprint geld lenen om het marktaandeel uit te breiden en het klantenbestand te vergroten. Hierdoor zullen de verwachte inkomsten toenemen, wat op zijn beurt de kredietwaardigheid zal verhogen. Als gevolg daarvan kan het bedrijf nog meer geld lenen om het marktaandeel verder uit te breiden, enzovoort. Op deze manier maken bankleningen de exponentiële groei van bedrijven mogelijk en veroorzaken ze ook een enorme inflatie voor de rest van de bevolking.
10. Naast grote bedrijven hebben ook overheden toegang tot grote leningen, omdat ze grote belastinginkomsten hebben. Voor een bank is het redelijk veilig om geld te lenen aan een overheid, omdat een overheid niet snel in gebreke zal blijven.
11. Op deze manier is inflatie een mechanisme dat rijkdom overdraagt van de gemiddelde persoon naar banken, de staat en grote bedrijven. Het is geen verrassing dat deze drie de rijkste en machtigste entiteiten zijn die onze huidige maatschappij domineren. De exponentiële groei van bedrijven dankzij bankleningen verklaart ook hoe een eigenaar van een groot bedrijf binnen één mensenleven meer rijkdom kan vergaren dan een heel land. We noemen dit de centralisatie van rijkdom en macht, of de centralisatie van kapitaal, waarbij een kleine groep mensen steeds meer macht krijgt.
Terugkomend op onze illustratie met de pizzapunten en de bankbiljetten, zou dit mechanisme van de overdracht van rijkdom als volgt werken. Stel je voor dat de pizza verdeeld is in 10 stukken en dat er 10 mensen zijn met elk een bankbiljet. Iedereen kan één stuk kopen.
Eén van deze 10 mensen is een bank, uitgerust met een printer. Deze bank leent één nieuw geprint bankbiljet uit aan één van de andere 9 mensen, die een bedrijf begint. Er zijn nu 11 bankbiljetten in omloop. Met dit bankbiljet groeit de onderneming, het marktaandeel, de inkomsten en de kredietwaardigheid. Het kan nu nog een bankbiljet lenen, waarmee het zijn marktaandeel, klantenbestand, inkomsten en kredietwaardigheid nog verder vergroot. Nu kan het weer een ander bankbiljet lenen. Dit gaat nog twee cycli door.
Van de resulterende 5 bankbiljetten betaalt het bedrijf 2 bankbiljetten aan rente aan de bank. De bank geeft ook een lening van 5 bankbiljetten aan een derde persoon in de groep, die de overheid vertegenwoordigt. De overheid is kredietwaardig vanwege haar belastinginkomsten (maar die laten we nu buiten de berekening om het eenvoudig te houden). De overheid betaalt 2 van de 5 bankbiljetten aan de bank als rente op de lening.
Inmiddels zijn er 10 extra bankbiljetten geprint. Dit resulteert in een totaal van 20 bankbiljetten, maar er zijn nog steeds maar 10 stukken pizza. Eén stuk kost nu dus 2 bankbiljetten: de inflatie is 100%. De overheid heeft 4 bankbiljetten, het bedrijf heeft 4 bankbiljetten, en de bank heeft 5 bankbiljetten, terwijl de 7 andere mensen in de groep elk nog steeds één bankbiljet hebben. Voilà: de helft van de rijkdom in deze economie is nu overgedragen aan de bank, de staat en het bedrijf, door middel van een geldprinter en bankleningen.
12. De overdracht van rijkdom gaat door totdat het publiek failliet is omdat het lenen en printen van geld doorgaat en een pizzapunt steeds duurder wordt totdat hun aandeel in de rijkdom van het land zo enorm is geminimaliseerd door de inflatie dat ze zichzelf financieel niet meer kunnen onderhouden. Het reepje van een pizzapunt die zij nog kunnen betalen is niet meer voldoende om van te leven. Dit is het einde van de cyclus van een valuta, wanneer de hele economie instort.
13. Gegeven het feit dat een banklening hetzelfde is als inflatie en dat bankleningen de rijkdom van het grote publiek overdragen en centraliseren, moeten we ons realiseren dat ons conventionele concept van publiek geld te beperkt is. In feite zijn alle bankleningen publiek geld, inclusief bankleningen voor huishoudens, auto's, huizen en onderwijs, maar ook leningen voor bedrijven en overheden.
Dit zijn de basisprincipes van hoe inflatie werkt als een mechanisme voor de overdracht van rijkdom van de gemiddelde persoon naar banken, overheden en grote bedrijven. Verderop in het boek zullen we bekijken hoe inflatie van de geldhoeveelheid destructief is voor de mensheid en de Aarde.
Kennis over inflatie als een mechanisme voor de overdracht van rijkdom van het publiek naar de staat, grote bedrijven en banken is niet nieuw. Het werd beschreven door Karl Marx (1818-1883), de filosoof en criticus van de politieke economie, beroemd door het schrijven van Het Communistisch Manifest. Zoals Marx schreef:
"In het begin sluipt het kredietsysteem binnen als een bescheiden hulpje bij de accumulatie en trekt het door onzichtbare draden de geldmiddelen die over het hele oppervlak van de maatschappij verspreid zijn in de handen van individuele of geassocieerde kapitalisten. Maar al snel wordt het een nieuw en geducht wapen in de concurrentiestrijd, en uiteindelijk transformeert het zichzelf in een immens sociaal mechanisme voor de centralisatie van kapitalen."
Een andere persoon die het mechanisme van monetaire inflatie volledig begreep was Mayer Amschel Rothschild (1744-1812), die de Rothschild bankiersdynastie oprichtte. Rothschild was een van de grondleggers van het moderne internationale bankieren en bankier voor Napoleon. Volgens Rothschild:
"De weinigen die het systeem begrijpen, zullen of zo geïnteresseerd zijn in de winsten of zo afhankelijk zijn van de gunsten, dat er geen oppositie zal zijn vanuit die klasse. ... Laat mij het geld van een land uitgeven en beheren en het kan me niet schelen wie de wetten schrijft."
Nu we het inflatieprobleem een beetje in kaart hebben gebracht, gaan we kijken welke plaats inflatie in de geschiedenis inneemt. Volgens historici bestonden bankieren en lenen al in 4000 voor Christus in de beschaving van Soemerië, in het huidige Irak. Paleizen en tempels dienden als financiële instellingen. Er zijn ook bankbiljetten van perkament gevonden die dateren van rond 140 voor Christus in Carthago. Tijdens de Han-dynastie in China, rond 100 voor Christus, werden bankbiljetten van leer uitgegeven.
Een recenter historisch voorbeeld van bankieren en lenen - met de bijbehorende inflatie - is te vinden in Rome. Het Romeinse Rijk nam de dominante positie over van Griekenland, dat zijn hoogtepunt bereikte tijdens de zogenaamde Hellenistische periode, na een oorlog in 31 voor Christus. De Romeinen breidden zich uit over heel Europa, Azië en Afrika. Het leger dat nodig was om het groeiende rijk te verdedigen werd steeds duurder, net als de bureaucratie en de uitbundige levensstijl van de Romeinse heersers. Om deze zaken te kunnen blijven financieren, begon de regering het aantal gouden munten in omloop te vergroten, door ze te smelten en er steeds meer goedkoop metaal aan toe te voegen zodat de gouden munten langzaam veranderden in vergulde munten. Uiteindelijk ging de economie failliet en kon het publiek de kosten voor het rijk niet langer dragen. Het Romeinse Rijk stortte rond 350 na Christus in.
De cyclus van de opkomst en ondergang van een imperium wordt beïnvloed door onderling gerelateerde aspecten die bijdragen aan de kracht van een land, zoals het algemene opleidingsniveau, innovatie, concurrentievermogen, productiviteit, handel, militaire kracht, het financiële systeem en het monetaire systeem van het land. Laten we de cyclus van een imperium nader bekijken, zoals beschreven door Ray Dalio in zijn boek The Changing World Order.
Vroeg in de cyclus, wanneer een land in opmars is, is zijn economie nog klein in vergelijking met andere landen. Het is echter erg sterk in een aantal fundamentele aspecten. Mensen werken hard. Er is een relatief vrije markt en weinig regulering, wat veel ruimte biedt voor innovatie en economische activiteit. De economie groeit terwijl het gemiddelde inkomen per persoon nog steeds erg laag is in vergelijking met andere landen.
Deze hoge mate van economische activiteit en innovatie in combinatie met lage inkomens zet producenten uit omliggende landen er automatisch toe aan om de productie van hun producten naar dit land te verplaatsen. Dit zorgt voor nieuwe technologie, kennis en onderwijs uit andere, meer geavanceerde landen. Deze verbeteringen in kennis en productiviteit leiden tot meer welvaart en voeden meer innovatie.
In het stijgende deel van de cyclus is het land fundamenteel sterk. De verschillen tussen mensen in termen van rijkdom, waarden en politiek zijn relatief klein. Regering, mensen en leger werken redelijk goed samen. Alle belangen zijn redelijk op elkaar afgestemd en iedereen bouwt samen aan het land.
De praktijk van fractional reserve banking, die werd beschreven in highlights 1, versnelt exponentieel de groei van de fabrieken en andere economische spelers, waardoor de nationale economie snel groeit en het land opkomt in de wereldeconomie. Vroeg in de cyclus is de munteenheid (de valuta) nog relatief sterk en wordt de inflatie overtroffen door de groei van de economie. In termen van ons pizzavoorbeeld zou dit betekenen dat terwijl er nieuwe bankbiljetten (met andere woorden nieuwe valuta) worden geprint, de pizza zelf nog sneller groeit, zodat in dit land de effecten van inflatie niet voelbaar zijn.
Laat in de stijgende fase van de cyclus leidt al deze productiviteit, innovatie en handel tot een steeds sterkere economische positie van het land in de wereld. Het land bouwt een sterk leger op om zijn gebied uit te breiden en zijn handelsroutes te verdedigen, omdat het nu wereldwijd handel drijft. In dit stadium begint de munteenheid van het land meer gebruikt te worden voor internationale handel, omdat het een sterke en vertrouwde munteenheid is (een papieren munteenheid van een sterk land met een groeiende economie). Voorbeelden van sterke valuta zijn de dollar, de euro en de yen. De valuta van het land begint een steeds groter deel van de internationale handel in te nemen en wordt een reservevaluta, wat betekent dat de valuta door andere landen in hun reserves wordt gehouden. Dit doen ze niet alleen omdat ze de munt nodig hebben voor de handel, maar ook omdat ze de munt als stabiel beschouwen en een groot deel van hun rijkdom in deze sterke munt willen opslaan. De reservevaluta van de wereld van vandaag is bijvoorbeeld de dollar en het grootste deel van de wereldhandel verloopt in dollars.
Het financiële centrum van het land wordt prominent op het internationale toneel. Het belangrijkste financiële centrum van onze tijd is Wall Street, een financieel district in New York in de Verenigde Staten, met 's werelds belangrijkste banken en de grootste aandelenmarkt ter wereld. Er worden kapitaalmarkten ontwikkeld, waardoor mensen hun spaargeld kunnen investeren in aandelen om ondernemingen te financieren en mee te delen in de successen van die ondernemingen door middel van rente en dividenden. Dit stimuleert op zijn beurt de economie verder, omdat verdiend en gespaard geld terugvloeit naar bedrijven.
Op het hoogtepunt van de cyclus is het land uitgegroeid tot een zeer welvarend, wereld leidend rijk dat de omringende landen domineert. En de burgers genieten van de ongelooflijke groei in rijkdom. Dat grote succes brengt echter ook problemen met zich mee die het verval van het land inluiden.
Wanneer het inkomen per persoon relatief hoog is, hebben mensen de neiging om minder hard te werken. Dit komt door het verschil tussen de generaties die rijkdom verwerven en de generaties die het erven: voor de gemiddelde persoon die geboren is in een rijke familie, voelt de noodzaak om rijkdom te vergaren minder dringend. De hogere lonen leiden er ook automatisch toe dat bedrijven van het (nu rijke) land hun productie verplaatsen naar andere landen met goedkopere arbeidskrachten. Dit leidt er weer toe dat die andere landen methoden en technologieën kopiëren, waardoor ze competitiever worden. De mensen in het nu rijke land lenen steeds meer geld om hun levensstandaard op peil te houden en gebruiken het geleende geld om dingen als huizen, auto's en boten te kopen.
Vanaf het begin van de opkomende fase van de cyclus is de overheid van het land groter geworden en zijn er allerlei agentschappen in het leven geroepen om van alles en nog wat te regelen. In haar streven om de controle over belangrijke handelsroutes te behouden, is het leger van het land uitgegroeid tot het sterkste ter wereld. Hoewel het land nog steeds erg sterk lijkt, stijgen de schulden van het volk en de schuld van de regering. En juist die schuld, die kunstmatig de schijn van rijkdom ophoudt, leidt tot de neergang van het land.
De cyclus begint zijn dalende fase in te gaan. Tientallen jaren na het hoogtepunt van de cyclus wordt de valuta van de rijke natie nog steeds gebruikt als de primaire valuta voor de wereldhandel (de reservevaluta). De natie en haar leger zijn nog steeds de sterkste ter wereld en haar valuta is nog steeds de sterkste valuta die er is.
Maar deze status van reservevaluta geeft het rijke land de mogelijkheid om geld te printen voor bankleningen, ten koste van alle andere landen die deze valuta gebruiken en ook van de eigen burgers. Deze leningen worden gebruikt om de bureaucratie en de militaire macht van het land te vergroten. En naarmate de schuldenlast geleidelijk oploopt tot onhoudbare niveaus, wordt het steeds moeilijker om de aflossingen en rente op alle schulden te financieren.
In de dalende fase van de cyclus heeft het land veel schulden, terwijl de productie naar andere landen is verplaatst. De schuldaflossingen en de rente zijn te duur geworden. Historisch gezien is het zo dat wanneer de verhouding tussen schuld en bruto binnenlands product (het inkomen) van een land een bepaalde drempel bereikt, er een schuldenspiraal ontstaat. Met andere woorden, wanneer de totale schuld van een land te groot wordt in verhouding tot het inkomen van dat land, dan loopt de schuldenlast uit de hand.
Een schuldenspiraal voor een land werkt hetzelfde als voor een huishouden. Stel je een gezin voor met schulden. Ze kopen een auto, een huis en vervolgens een motor met een lening, die in termijnen moet worden terugbetaald. De schuldenlast groeit tot het een bepaalde drempel bereikt waarop het inkomen van het gezin niet voldoende is om de rente te betalen. Het gezin besluit dan om de maandelijkse aflossingen en de rente te betalen door nog meer geld te lenen. Dit is slechts een kortetermijnoplossing, want het vergroot de schuldenlast en verhoogt dus de maandelijkse betalingen, waardoor het gezin gedwongen wordt om nog meer geld te lenen. Dit wordt een schuldenspiraal of een schuldenval genoemd, en wanneer het gezin geen nieuwe leningen meer kan krijgen om hun bestaande leningen te betalen, is het resultaat een faillissement.
Er is echter een belangrijk verschil tussen een individueel huishouden en het land dat de reservevaluta controleert (de Verenigde Staten, in onze wereld): ze kunnen gewoon nieuwe dollars (valuta) printen om de schuld af te betalen. Dit veroorzaakt veel inflatie, wat hetzelfde is als het devalueren van de valuta (Het geld verliest zijn waarde). Met andere woorden, de burgers die die valuta bezitten betalen uiteindelijk de rekening van de schuldenspiraal. Als het land echter geen papiergeld zou printen, zou dat betekenen dat het in gebreke blijft met de maandelijkse betalingen, wat zou leiden tot een faillissement.
Terwijl de dalende fase van de cyclus zich voortzet, versnelt de inflatie als gevolg van de schuldenspiraal, terwijl de groei van de economie tot stilstand is gekomen en begint af te nemen. Om het in termen van ons pizzavoorbeeld te zeggen: het printen van bankbiljetten versnelt, terwijl de pizza krimpt. Mensen beginnen de stijgende prijzen op te merken die veroorzaakt worden door inflatie en de groeiende welvaartskloof tussen het publiek en de elite. Andere landen beginnen zich zorgen te maken over de waarde van de reservevaluta in hun reserves en beginnen de valuta te dumpen in ruil voor andere zaken zoals goud. Hierdoor verliest de munt langzaam zijn status van reservevaluta.
De schuldenspiraal maakt de weg vrij voor het einde van de cyclus. De hoge inflatie treft meestal de minder rijke burgers van het land, omdat hun salarissen de inflatie niet kunnen bijhouden terwijl hun spaargeld in de valuta snel aan waarde verliest en ze niet de financiële kennis hebben om zaken te bezitten die stijgen met de inflatie. De interne wrok over de ongelijkheid escaleert en brengt het risico van burgerlijke onrust en zelfs burgeroorlog met zich mee. Het is op dit punt dat het grote publiek op zoek gaat naar sterk leiderschap waarvan ze hopen dat dat alle problemen op magische wijze zal laten verdwijnen. Dit werkt populisme en meer autoritaire leiders in de hand. Deze fase van de cyclus luidt ook een periode van wereldwijde instabiliteit en oorlog in, omdat het leidende land zwakker wordt en andere landen die sterker zijn geworden de dominantie van dat land willen uitdagen. De wereldorde begint te veranderen. Dit is het einde van de cyclus en het begin van een nieuwe cyclus.
Inflatie - het printen van papiergeld - is altijd een van de belangrijkste factoren geweest in de hele cyclus van opkomende en neergaande wereldrijken en hun monetaire systeem. Het volgende is een vereenvoudigde weergave van het verval van een monetair systeem tijdens een cyclus zoals hierboven beschreven.
Aan het begin van de cyclus is er relatief gezond geld, zoals zilveren of gouden munten. Mensen geven hun munten veilig in bewaring bij een goudsmid-bankier en krijgen een kwitantie (een eigendomsbewijs) van de munten. Handelaren kunnen nu veilig reizen en deze kwitantie weer omwisselen bij een andere bank in ruil voor goud. Deze eigendomsbewijzen worden steeds meer gebruikt om mee te betalen en ze evolueren naar algemene papieren bankbiljetten. Het is nu een munteenheid geworden. Een papieren bankbiljet vertegenwoordigt goud en is lichter en gemakkelijker te gebruiken dan goud. Goud is de basislaag waarin de eindafrekening van transacties plaatsvindt. Dit betekent dat mensen hun goud nu veilig kunnen opslaan bij een bank en gemakkelijk heen en weer kunnen handelen met bankbiljetten en na een tijdje de bankbiljetten weer kunnen inwisselen voor goud.
Dan realiseert de bank zich dat mensen niet allemaal op hetzelfde moment hun goud komen ophalen, dus kan de bank extra bankbiljetten uitgeven om aan mensen te lenen en rente te innen. Dit is het begin van fractional reserve banking. De goudreserves van de bank zijn vanaf nu nog maar een fractie van de bankbiljetten in omloop die dit goud vertegenwoordigen. Dan komt er een economische neergang en mensen realiseren zich dat als iedereen het goud terug wil, er niet genoeg goud in de kluis ligt. Een bankrun volgt. In een bankrun rennen mensen letterlijk naar de bank om hun goud terug te halen. De laatste mensen in de rij ontdekken dat het goud weg is en dat de bank failliet is. Ze blijven achter met waardeloze papieren bankbiljetten.
Een bankrun is besmettelijk. Als één bank failliet gaat, kan dat andere banken ondermijnen bij wie de bank een schuld heeft, die niet terugbetaald kan worden. Dus als één bank failliet gaat, gaan andere mensen ook aan hun bank twijfelen, omdat hun bank waarschijnlijk in een vergelijkbare situatie zit wat betreft hun goudreserves. Als alle banken failliet gaan, gaat het financiële systeem failliet. De makkelijkste oplossing om de banken en het financiële systeem te redden is om alle banken te sluiten zodat mensen hun goud niet terug kunnen krijgen en officieel te verklaren dat de munteenheid gedevalueerd is, dat wil zeggen dat mensen minder goud krijgen voor hun bankbiljetten.
Laat in de cyclus, nadat deze situatie zich meerdere keren heeft voorgedaan, kan de overheid verklaren dat de valuta niet langer wordt gedekt door goud. Als gevolg daarvan wordt de valuta een vrij zwevende fiatvaluta. Een fiatvaluta wordt vrij zwevend genoemd omdat de waarde vrij zweeft ten opzichte van de goudprijs. Er is niet langer een fundament van goud. Dit is in feite waar we ons momenteel in de cyclus bevinden met de dollar en alle andere valuta.
Dan volgt nog meer printen van bankbiljetten voor nieuwe bankleningen, simpelweg omdat het te gemakkelijk is. In het begin gaat dit nog voorzichtig, maar al dit makkelijke geld voedt de levensstandaard van mensen, de bureaucratie, het leger, het onderwijs en de gezondheidszorg. En naarmate deze systemen groeien, wordt het steeds moeilijker om te stoppen met geld printen, wat zou betekenen dat al deze systemen zouden moeten worden ingekrompen. Maar met de toenemende snelheid waarmee papiergeld wordt geprint, versnelt de inflatie totdat er een breekpunt komt waarop iedereen het vertrouwen in de valuta verliest, wat resulteert in hoge inflatie of zelfs hyperinflatie (een situatie is waarbij de prijzen binnen een maand met meer dan 50 procent stijgen). Op dat moment sterft de munt en stort de economie in. Na een periode van chaos en ruilhandel herinneren de mensen zich de waarde van echt geld (goud). Er ontstaat een nieuwe wereldorde met een nieuwe, door goud gedekte valuta.
Deze cyclus van gezond geld en devaluatie van valuta heeft zich in de geschiedenis duizenden keren herhaald zowel voor kleine landen als voor wereldrijken.
Met de cycli in het achterhoofd, zoals beschreven in het vorige hoofdstuk kunnen we de huidige wereldorde bekijken. In de aanloop naar de eerste wereldoorlog had het vrije kapitalistische systeem de Verenigde Staten economisch erg sterk gemaakt. Het land had sinds 1879 een volledige goudstandaard. In tegenstelling tot bankbiljetten kan goud niet geprint worden. Een valuta met een goudstandaard is een systeem van papiergeld dat strak gekoppeld is aan de waarde van goud (we gaan dieper in op dit onderwerp in het hoofdstuk De problematische upgrade van goud naar papiergeld). Landen die een goudstandaard hanteren, zijn vaak erg welvarend in tegenstelling tot landen die een fiatvaluta hanteren.
Na de tweede wereldoorlog werd de Verenigde Staten de leidende macht in de wereld en werd de dollar de wereld reservemunt. Dit betekende dat landen over de hele wereld met elkaar handel dreven door dollars te gebruiken en dollars in hun reserves aanhielden als een soort spaarrekening. Dit op de dollar gebaseerde systeem begon in 1944 in Bretton Woods in de Verenigde Staten.
In 1944 kwamen meer dan 700 afgevaardigden van 44 geallieerde landen samen in Bretton Woods om de basis en de regels vast te stellen voor een nieuw wereldwijd financieel systeem. Met de overeenkomst van Bretton Woods werden deze 44 landen en hun munteenheden gekoppeld aan de dollar en werd de dollar gekoppeld aan goud. Goud had een vaste waarde in dollars. Eén troy ounce goud was 35 dollar waard en dollars konden worden ingewisseld voor deze standaardhoeveelheid goud. In theorie betekende dit dat de dollar relatief gezond was, omdat deze niet vrij geprint kon worden. Op deze manier waren van 1944 tot 1971 de belangrijkste valuta's van de wereld gekoppeld aan de waarde van goud door gekoppeld te zijn aan de dollar.
Tegen 1971 hadden de Verenigde Staten echter, in overschrijding van de waarde van hun goudreserves, zoveel dollars geprint om de dure oorlog in Vietnam te financieren dat de koppeling van de dollar aan de waarde van goud praktisch verbroken was. Europese landen begonnen vragen te stellen over de dollar en zijn waarde ten opzichte van goud. Ze eisten hun goud terug in ruil voor dollars. Dit zou een enorm probleem zijn geweest voor de Verenigde Staten, omdat er niet genoeg goud in de reserves zat. Daarom haalde president Richard Nixon in augustus 1971 de dollar van de goudstandaard. In 1973 werd het systeem van Bretton Woods vervangen door het huidige systeem, dat gebaseerd is op vrij zwevende fiatvaluta. Met andere woorden, 1971 was het begin van een tijd van extreem ongezonde fiatvaluta's wereldwijd (papieren valuta's gebaseerd op niets) die vrij geprint konden worden door het bankensysteem. Vanaf dat moment werd inflatie en het printen van geld alleen beteugeld door beleid en niet door de waarde van goud. Dit bracht allerlei maatschappelijke gevolgen met zich mee, die we zullen belichten in deel 3 van het boek Het inflatiebeest.