De Bitcoin Standaard - Saifedean Ammous - E-Book

De Bitcoin Standaard E-Book

Saifedean Ammous

0,0
14,99 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Dit is de Nederlandstalige versie van The Bitcoin Standaard, geschreven door Saifedean Ammous. Dit boek is een gids over de geschiedenis van Bitcoin, zijn eigenschappen, gebruikersmogelijkheden en geeft een blik op de toekomst. De schrijver omschrijft ook de geschiedenis van geld met de achterliggende technologie. Aan de hand daarvan stuit hij op de perfecte vorm van geld en hoe Bitcoin daar in kan voldoen. Bitcoin heeft de potentie ons leven op economisch, sociaal, cultureel en politiek vlak te veranderen. Dit boek geeft daar duiding aan en geeft alle verheldering over de digitale munt. Kortom: dit boek is verplichte kost voor iedereen die zich in Bitcoin interesseert.

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



De Bitcoin Standaard

Het Decentrale Alternatief Voor Centraal Bankieren

Vertaling: Arnold Hubach (editor) Don Che Del Nirvana Rutger Damink Alex Dijkstra E.F. de Boer Kris Rutten Michael V. Dauwken Joachim Thibaut Ronald Dan Xi Peter P. Gitte V. Rens Raf

Uitgever:

Konsensus Network

Deze vertaling is gepubliceerd onder licentie bij de oorspronkelijke uitgever John Wiley & Sons, Inc.

Alle rechten voorbehouden

Geef ons feedback: [email protected]

Over de auteur

Saifedean Ammous is een onafhankelijke geleerde die bitcoin en economie onderzoekt en lesgeeft over de Oostenrijkse School op zijn website: www.saifedean.com. Hij was hoogleraar economie aan de Libanese Amerikaanse Universiteit en lid van het centrum voor kapitalisme en samenleving aan de Columbia-universiteit. Hij behaalde daar ook zijn doctorstitel (PhD) in duurzame ontwikkeling.

Voorwoord door Michael Saylor

In maart 2020 werd de wereld getroffen door een pandemie, die hele segmenten van onze economie tot stilstand bracht en gedragspatronen onderbrak waaraan we in de loop van honderden jaren gewend waren geraakt. Kantoren en scholen sloten, openbare bijeenkomsten stopten, commerciële en recreatieve reizen werden stopgezet en persoonlijke ontmoetingen werden onmogelijk of onpraktisch. Winkels werden gesloten, fabrieken lagen stil, vliegtuigen werden aan de grond gehouden, schepen lagen voor anker, wegen werden geblokkeerd en grenzen werden gesloten.

De monetaire reactie van beleidsmakers op deze economische schok was ongekend. Het geldaanbod groeide in het snelste tempo in de moderne geschiedenis, waarbij elk land zich bezighield met het agressief aankopen van activa, fiscale stimuleringsmaatregelen, tekortfinancieringen en het onderdrukken van de rentetarieven. Het resultaat was een K-vormig herstel - vermogensrijke bedrijven herstelden zich snel en hadden hun best presterende jaar van de eeuw, terwijl operationele bedrijven hun omzet zagen instorten en hun winsten zagen wegvloeien.

De cognitieve dissonantie was verbijsterend, net als de massale herverdeling van rijkdom. Puur digitale bedrijven zagen hun vraag en inkomsten exploderen. De fysieke retail-, reis-, horeca- en entertainmentindustrieën hadden moeite om solvabel te blijven. MicroStrategy bevond zich midden in dit economische landschap - en we hebben het hele tweede kwartaal besteed aan het transformeren van onze activiteiten te digitaliseren, door de verkoop-, marketing- en serviceactiviteiten rond onze website opnieuw op te bouwen en videoconferenties, automatisering, cloudservices, en werken op afstand te implementeren.

Tegen juni hadden we genoeg werk verzet en genoeg informatie verzameld om te concluderen dat de kasreserve van vijfhonderd miljoen dollar die we aan het sparen waren voor een regenachtige dag in de nieuwe virtuele wereld geen zin meer zou hebben, en dat we waarschijnlijk nog eens vijfhonderd miljoen dollar aan cashflow zouden genereren dankzij onze digitale transformatie. Het goede nieuws was dat we veel geld hadden en een grote kans hadden om in de loop van de tijd meer te genereren. Het slechte nieuws was dat de monetaire inflatie was verdrievoudigd en dat de prijs van andere activa in het snelste tempo in een generatie explodeerde. Onze schatkist was een snel smeltend ijsblokje en we moesten snel handelen als we niet alle waarde die het vertegenwoordigde weg wilden zien smelten.

Dit leidde tot een waanzinnige zoektocht naar een oplossing voor ons probleem. Hoe beschermt een moderne onderneming haar balans in een omgeving van monetaire inflatie waar de valuta elk jaar vijftien procent van haar koopkracht verliest, terwijl de opbrengsten na belastingen die beschikbaar zijn op traditionele schatkistinstrumenten in feite nul zijn? Een bedrijf dat vijfenzeventig miljoen dollar per jaar aan cashflow genereert en vijfhonderd miljoen dollar aan staatsobligaties aanhoudt tegen een negatief reëel rendement van vijftien procent, vernietigt evenveel aandeelhouderswaarde als dat het creëert. In wezen renden we zo hard als we konden, maar in realiteit stonden we stil.

Na het overwegen en afwijzen van contanten, obligaties, onroerend goed, aandelen, derivaten, kunst, grondstoffen en verzamelobjecten als kasreserve, bleven we achter met alleen edelmetalen en cryptocurrencies. Het was op dit punt in mijn zoektocht naar een oplossing dat ik ‘De Bitcoin Standaard’ van Saifedean Ammous ontdekte, en het was dit boek, meer dan enig ander, dat het holistische economische kader bood dat ik nodig had om de macro-economische krachten te interpreteren die onze wereld hervormen, die onze markten verstoort en bedrijven raakt.

De Bitcoin Standaard zou verplichte lectuur moeten zijn voor iedereen in de moderne samenleving. Het biedt een beknopt, coherent verhaal van monetaire theorie, de geschiedenis van geld, praktische economie en de impact van politiek beleid op het bedrijfsleven, de cultuur en de economie. Het boek bevat misschien wel een van de beste articulaties van de deugden van solide geld en de gevaren van zwakke valuta die tot nu toe in de moderne zakelijke literatuur zijn gepresenteerd. De Bitcoin Standaard ontkracht ook op meesterlijke wijze de mythen van de moderne monetaire theorie en de gebroken ideeën die sinds het begin van de 20e eeuw de fiat-economische denkrichting hebben gedomineerd.

In mei 2020 was dit boek van cruciaal belang om me te laten concluderen dat bitcoin de oplossing was voor de kasreserves van ons bedrijf. Ons bedrijf heeft ervoor gekozen om onze contante activa in augustus 2020 in bitcoin te investeren, het uiteindelijk als ons primaire schatkist-reserveactiva te gebruiken en $2,2 miljard in BTC te kopen in de volgende zes maanden. De Bitcoin Standaard heeft ons geholpen te beseffen dat de beste bedrijfsstrategie voor ons bedrijf was om slechts een klein werkkapitaal in fiatvaluta aan te houden, de rest van onze kasstromen naar onze schatkist te verplaatsen en die bedragen zo snel mogelijk in bitcoin om te zetten. Terwijl ik deze woorden schrijf, zit 99% van onze activa in bitcoin, terwijl de resterende 1% zit opgeslagen in lokale valuta die nodig is om zaken te doen op verschillende markten. In wezen heeft MicroStrategy de bitcoin standaard overgenomen.

De Bitcoin Standaard is mijn eerste aanbeveling voor diegenen die op zoek zijn naar een holistische waardering van de economische theorie, politieke geschiedenis en technologische ontwikkelingen die de groei van het bitcoinnetwerk hebben gestimuleerd en het toekomstige traject ervan bepalen. Het is geschikt voor individuen, investeerders, leidinggevenden, technologen, politici, journalisten en academici, ongeacht hun agenda. Bitcoin is ’s werelds eerste digitale monetaire netwerk. Bitcoin is ook de eerste monetaire activa die is ontworpen. Samen vertegenwoordigen deze eigenschappen de meest ontwrichtende technologie ter wereld, de grootste kans die momenteel beschikbaar is voor diegenen die iets nieuws en prachtigs willen creëren, en de oplossing voor het probleem van de waardeopslag waar 7,8 miljard mensen, 100+ miljoen bedrijven en honderden biljoenen dollars aan investeringskapitaal.

Ik hoop dat u net zoveel van dit boek geniet als ik, en dat u gebaat bent met de ideeën op deze pagina’s.

Michael J. Saylor Voorzitter & CEO MicroStrategy Miami Beach, FL, 24 maart 2021

Voorwoord door Willem Middelkoop

Voor je ligt De Bitcoin Standaard van Saifedean Ammous. Een boek dat ik graag had willen schrijven. Het lijkt zelfs een beetje op mijn boeken. We beginnen allebei met een beschrijving van de monetaire geschiedenis en concluderen dat onorthodoxe stappen nodig zijn om financieel ongeschonden je pensioen te halen. Maar waar mijn voorlaatste boek The Big Reset uitkomt op een klassieke monetaire reset, eindigt Ammous met een bitcoin Standaard, waarbij bitcoin de dollar als anker voor het monetaire systeem opvolgt.

Het verschil in uitkomst is te verklaren. Toen mijn eerste boek over het financiële systeem in augustus 2007 uitkwam, bestond bitcoin nog niet. Pas 17 maanden later, op 3 januari 2009 om 18:15:05 GMT, zag het ‘genesis-block’ het levenslicht. En nog belangrijker; Saifedean is een volle generatie jonger. Waar ik (58) in 2008 al bijna tien jaar over het monetaire systeem schreef, zette Saifedean, die in het Palestijnse Ramallah opgroeide, net zijn eerste schreden op het academische pad. Hij behoort, anders dan ik, tot de eerste bitcoingeneratie. Mijn bitcoin-trackrecord kent meerdere kanten. Ik was in de beginjaren zeer kritisch. Zowel in 2013 als in 2017 waarschuwde ik publiekelijk voor de risico’s van mogelijke grote dalingen. De boom-bust cyclus, die ik als student van de financiële geschiedenis zo goed kende, leek ook op te gaan voor bitcoin. Maar ondanks deze visie voorspelde ik in 2014 op Twitter dat bitcoin ‘nooit meer onder de 100’ zou komen, en in De Big Reset (Nederlandse versie van The Big Reset) was in 2014 te lezen dat er geld naar ‘Bitcoin, het virtuele goud’ zou gaan vluchten. En mijn voorspelling tijdens een RTLZ-uitzending, in december 2017, dat bitcoin die maand een top zou bereiken, kwam uit.

Bitcoin kent een aantal voordelen boven goud. Je kan je vermogen nu eindelijk locatie-onafhankelijk opslaan en de prijs van bitcoin is moeilijker te manipuleren door overheden. Zoals zoveel goudbeleggers maakte ik in eerste instantie de fout om investeringen in bitcoin te verwerpen. Het zou kostbare jaren duren voordat ik begon te beseffen welke revolutie bitcoin teweegbracht. In mei 2016 adviseerde ik op Twitter om 5-10% van je geld in crypto te steken, maar vergat dat zelf te doen. Pas begin 2018 kwam het besef dat bitcoin unieke eigenschappen bezit, waardoor het een essentieel onderdeel zou moeten zijn van elk vermogen. En ik besloot er eindelijk zelf naar te handelen.

Waar ik stopte ging Saifedean gelukkig door met nadenken. Met zijn scherpe academische geest begreep hij als geen ander dat bitcoin een revolutie zou gaan veroorzaken. Hij begreep dat bitcoin de belofte heeft om als het ultieme ‘zwarte gat’, langzaam maar zeker, al het fiatgeld op te slokken. Steeds meer mensen zullen namelijk inzien dat het voor beleggers niet een keus is tussen goud en bitcoin, maar tussen bitcoin en geld. Ja, beide zijn intrinsiek ongedekt. Maar waar het aanbod bij bitcoin mathematisch is begrensd op 21 miljoen, worden er bij fiatgeld wereldwijd per uur misschien wel 21 miljoen eenheden bijgedrukt.

Als gevolg van dit besef is de marktkapitalisatie van bitcoin de laatste 10 jaar gestegen van $20 miljoen naar, nu op het moment van schrijven in mei 2021, ruim $900 miljard. Maar dat is nog steeds maar 1 promille van de waarde van al het geld dat wereldwijd rondklotst op zoek naar rendement.

Het is inmiddels duidelijk dat bitcoin het startsein is geweest voor een geldrevolutie. De cryptohype van 2017 heeft centrale banken in de hoogste versnelling gedwongen om een digitale geldrevolutie door te voeren middels een Central Bank Digital Currency (CBDC). Maar CBDC’s zijn niet meer dan een digitale vorm van het fiatgeld binnen ons monetaire systeem, dat in 1944 tijdens een monetaire conferentie op wereldniveau in Bretton Woods ontstond. Dat we inmiddels in de laatste fase van het huidige systeem zijn aangekomen, valt niet langer te ontkennen. Zelfs het IMF heeft inmiddels publiekelijk laten weten dat we zijn aangekomen bij een ‘nieuw Bretton Woods moment’, waarbij duidelijk is dat de opvolger van de dollar een digitale munt gaat worden. Precies zoals Mark Carney, de voormalige president van de Bank of England al in de zomer van 2019 voorspelde, toen hij in een speech aangaf dat we het einde van het dollartijdperk hadden bereikt.

Wie denkt dat bitcoin zonder slag of stoot de plaats van de dollar in kan nemen, begrijpt weinig van de verhoudingen in de monetaire wereld. Centrale bankiers zullen alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat ze de controle over dit systeem behouden. Ze hebben maar één doel voor ogen; de ineenstorting daarvan te voorkomen. In zekere zin is bitcoin voor hen de grootste vijand. Dat is voor mij ook altijd een reden geweest om niet te veel van mijn vermogen in bitcoin te investeren.

Maar centrale bankiers hebben niet kunnen voorkomen dat er na honderden jaren een compleet nieuwe asset class is ontstaan; de Digital Assets, met een hoofdrol voor bitcoin. Harde assets als goud en vastgoed zijn al millennia bekende veilige havens. De eerste (VOC) aandelen ontstonden kort na 1600. Ook obligaties ontstonden al in de 17e eeuw. Er is nu dus voor het eerst, in een hele lange tijd, sprake van een compleet nieuwe vorm van vermogen.

De gevolgen daarvan kunnen groot zijn. Immers meer dan $300.000 miljard aan vermogen is wereldwijd op zoek naar rendement. Diverse onderzoeken laten zien dat het investeren van zelfs maar 1% van je vermogen in bitcoin een substantieel positief rendement op het uiteindelijke resultaat oplevert, omdat bitcoin sinds de creatie in 2008 gemiddeld 9% rendement per maand (!) heeft opgeleverd. Als een steeds groter deel van dit vermogen naar bitcoin stroomt, kunnen we nog rare dingen mee gaan maken. Een koersdoel van 1 miljoen euro per bitcoin valt dan zeker niet uit te sluiten. Zelf gebruik ik inmiddels het volgende model: 25% van mijn vermogen in vastgoed, 25% in fysieke edelmetalen, zoals goud en zilver, 25% in cash en bitcoin en 25% in aandelen. Deze oplossing zorgt ervoor dat je tijdens elke mogelijke crisis; deflatie, inflatie, hyperinflatie, bank- of beurscrisis, je vermogen in stand houdt.

Natuurlijk is bitcoin nog steeds niet zonder risico’s. Zonder elektriciteit heeft het geen enkele waarde. Bitcoin kan nog steeds op serieuze tegenstand van autoriteiten rekenen. De wijze waarop DNB de crypto-exchanges in 2020 aanpakte, zegt genoeg. Wat als autoriteiten en masse besluiten dat bitcoin niet meer kan worden omgezet in fiatgeld? Daarnaast is nog onduidelijk in hoeverre de ongekende kracht van kwantumcomputers een gat kan schieten in de opgebouwde bitcoinbeveiliging. En het idee dat we straks lekker met z’n allen bij elkaar in een land gaan wonen dat crypto heeft omarmd, lijkt mij naïef. Natuurlijk zullen er landen zijn die de deur voor bitcoin verder openzetten. Zo zien we in Zwitserland en Liechtenstein al ruimte ontstaan voor financiële afgeleide producten, waarbij bitcoin met de juiste vergunningen volledig officieel kan worden aangeboden, verhandeld of opgeslagen. Ook hebben we de eerste landen gezien die hun elektriciteitsproductie gaan inzetten om zelf bitcoin te gaan mijnen, zoals Wit-Rusland en Kazachstan. Maar het zijn vooral de landen die aan de grenzen van de huidige monetaire werkelijkheid leven, die bitcoin blijken te omarmen. Zo probeert Iran de Amerikaanse sancties deels met bitcoin te ontwijken.

Het komende decennium zal de echte strijd geleverd worden tussen de hoeders van het fiatgeld (centrale banken) en degenen die steeds meer bitcoin accumuleren. Institutionele partijen zullen, net als bij goud, steeds meer onder druk worden gezet om ook in bitcoin te investeren. Het gat tussen het sterk gecontroleerde institutionele geld, dat investeert in assets met een ongezonde prijsvorming (obligaties etc.), en het slimme geld, dat ook investeert in markten met een gezonde prijsvorming (bitcoin), zal steeds groter worden.

Ook zullen steeds meer spaarders gaan begrijpen dat de keuze tussen fiatgeld of bitcoin in het voordeel van bitcoin uitvalt. Bij bitcoin zijn we er immers van verzekerd dat de toekomstige groei stopt bij 21 miljoen gemijnde coins, terwijl er steeds meer fiatgeld zal moeten worden gecreëerd. Binnen enkele decennia komen we op het punt terecht waarop er aan het einde van een jaar minder bitcoin te koop zal zijn dan aan het begin van het jaar.

De groei van de goudhoeveelheid is ruim 1% per jaar, vrijwel evenveel als de groei van de wereldbevolking, waardoor er niet meer goud per hoofd van de bevolking beschikbaar komt. Maar bij bitcoin zal er binnen niet al te lange tijd een situatie ontstaan waarbij er steeds minder bitcoin per wereldburger beschikbaar komt. Voeg daarbij het feit dat steeds meer vermogende partijen zullen besluiten een deel van hun vermogen langdurig in bitcoin op te slaan, dan wordt duidelijk dat het aantal beschikbare bitcoin vanaf nu relatief snel kleiner gaat worden. En dan kun je al snel aankomen bij een situatie waarbij er, mogelijk letterlijk, om bitcoin gevochten gaat worden.

Dan bereikt bitcoin een heel bijzonder punt, waarbij blijkt dat bitcoin een zogenaamd ‘Giffen good’ is. Dit betekent dat naarmate de prijs stijgt, ook de vraag steeds verder zal gaan stijgen. De steeds hogere prijs trekt namelijk steeds meer speculatief geld aan waardoor een zichzelf versterkende spiraal gaat ontstaan. Op dat moment zal de speculatieve vraag bitcoin naar ongekende hoogte kunnen stuwen. Vooral als dat moment samenvalt met het feit dat steeds meer mensen gaan beseffen dat de waarde van het fiatgeld steeds verder wordt uitgehold. Mijn inschatting is dat dit al voor 2025 het geval kan zijn. Waar in een traditionele portefeuille cash en obligaties een prominente rol als defensieve onderdelen van het vermogen innamen, beseffen steeds meer mensen dat het nu steeds belangrijker wordt om, naast harde assets als goud en zilver, ook bitcoin toe te voegen.

Ja, het is waar dat goud een trackrecord van 5000 jaar heeft, terwijl bitcoin het moet stellen met een relatief korte levensduur. Goud heeft aangetoond dat het gedurende duizenden jaren de koopkracht heeft behouden. Bitcoin heeft de belofte om de koopkracht te vergroten. Het gemiddelde maandelijkse rendement sinds de start bedraagt circa 9%, wat veel bitcoinbeleggers van het eerste uur een leuk vermogen heeft opgeleverd.

De grote kracht van dit boek, ondanks ook enkele minpunten (Saifedean blijkt niet altijd geheel op de hoogte van de juiste details van de wereld van edelmetalen, zoals zijn beschrijving van de Londen Gold Pool en de zilver-sqeeze van de gebroeders Hunt in 1980), is simpel. Elke lezer ondergaat een stoomcursus monetaire economie. Aan het einde begrijpt hij/zij vrijwel alles over de oorsprong, historie en eigenschappen van geld. En dat is meer dan een afgestudeerde student economie als kennis heeft. Alleen de kleine groep afgestudeerden met een master in ‘monetaire economie’ beschikt over deze kennis.

Hierin schuilt voor bestuurders van centrale banken ook het gevaar. Steeds meer mensen komen erachter dat het huidige geldsysteem een ongelofelijk risico met zich meedraagt. We blazen de ballon steeds verder op, zonder deze stevig te hebben verankerd. De kans dat de ballon ons eerst steeds hoger zal laten vliegen, om uiteindelijk te imploderen, wordt elk jaar groter.

De tijd is gekomen om jezelf te beschermen tegen de mogelijke schade van een dergelijk scenario. En zelfs oude boomers, zoals ik, die hun bescherming in goud en zilver zochten, kunnen nu niet meer om bitcoin heen.

Bitcoin is nu weliswaar veel duurder dan bijvoorbeeld in 2013, maar in mijn ogen veel minder riskant. Zoals het in onze wereld van grondstofontdekkingen soms verstandiger is om pas te investeren na de eerste grote sprong omhoog. Ik ben blij met de kans die ik heb gekregen om rond de $5000 in 2018 mijn positie in bitcoin op te bouwen, en dat ik De Bitcoin Standaard in 2020 heb gelezen. november 2020, Willem Middelkoop Willem Middelkoop is de oprichter van het Commodity Discovery Fund en voormalig beurscommentator van RTLZ en DWDD.

Proloog

Op 31 oktober 2008 stuurde een computerprogrammeur onder het pseudoniem Satoshi Nakamoto een e-mail naar een mailinglijst voor cryptografen, met de aankondiging dat hij een “nieuw elektronisch systeem voor contant geld” had ontwikkeld, “volledig peer-to-peer, zonder vertrouwde derde partij.”1 In de e-mail stond de samenvatting van, en een link naar, zijn onderzoeksartikel waarin hij het ontwerp toelichtte. Zijn nieuwe systeem was een betalingsnetwerk met een eigen valuta, dat zijn leden in staat stelt om middels een geavanceerde methode alle transacties te verifiëren zonder een ander lid van hetzelfde netwerk daarbij te hoeven vertrouwen. De valuta zou op een vast interval uitgegeven worden aan de leden die vrijwillig hun computerkracht aanboden om de transacties te verifiëren. In tegenstelling tot eerdere pogingen tot digitaal contant geld, bleek de uitvinding van Satoshi echt te werken. Hoewel het ontwerp zeer goed was uitgedacht, leek het niet waarschijnlijk dat zo’n vreemd experiment aandacht zou krijgen buiten het netwerk van cryptografiefanaten. Maandenlang waren er slechts een handjevol mensen die gebruik maakten van het netwerk. De valuta van het netwerk, bitcoin, begon langzaam een soort verzamelobject te worden.

Dat veranderde toen in oktober 20092 voor het eerst iemand bitcoin aankocht met geld.3 Er werden ruim 5000 bitcoin gekocht voor net iets meer dan 5 dollar; de eerste marktwaarde van bitcoin (grofweg $0,001) was een feit. Deze prijs was gebaseerd op de elektriciteitskosten voor het produceren van bitcoin. Vanuit economisch oogpunt is dit baanbrekende moment het meest belangrijke in bitcoins bestaan. Bitcoin was niet langer slechts een digitaal spelletje dat binnen een select gezelschap van programmeurs werd gespeeld; vanaf dat moment was het een marktgoed met een prijs, wat aangeeft dat iemand, ergens ter wereld, het een positieve waardering had gegeven. De eerste keer dat bitcoin als ruilmiddel werd gebruikt, was op 22 mei 2010; iemand kocht twee pizza’s ter waarde van $25 voor 10.000 bitcoin. De munt had dus zeven maanden nodig gehad voor de transitie van marktgoed tot ruilmiddel.

Sindsdien is het bitcoinnetwerk gegroeid in het aantal gebruikers, transacties en toegewijde rekenkracht, terwijl de waarde van de valuta snel steeg tot meer dan $7000 per bitcoin in november 2017.4 Na acht jaar, is het duidelijk dat deze uitvinding niet langer slechts een speeltje voor online markten is, maar een technologie die de markttest heeft doorstaan en wordt gebruikt voor doeleinden in de echte wereld, met een koers die regelmatig uitgelicht wordt op TV, in kranten en op websites, samen met de wisselkoersen van nationale valuta.

Bitcoin kan het best begrepen worden als gedistribueerde software die de overdracht van waarde faciliteert, middels een valuta die beschermd is tegen onverwachte inflatie en die werkt zonder te hoeven vertrouwen op een derde partij. Met andere woorden; bitcoin maakt de functies van een moderne centrale bank automatisch, perfect voorspelbaar en nagenoeg onveranderlijk. Dit is mogelijk omdat deze functies geprogrammeerd staan in computercode die verspreid is over een netwerk van duizenden gebruikers, waardoor niemand deze code kan aanpassen zonder instemming van nagenoeg het hele netwerk. Dit zorgt ervoor dat bitcoin het eerste aantoonbare, betrouwbare en operationele voorbeeld is van zowel digitaal contant geld als digitaal hard geld. Hoewel bitcoin een nieuwe uitvinding is binnen het digitale tijdperk, zijn de problemen die het tracht op te lossen - namelijk het bieden van een vorm van geld dat onder beheer van de eigenaar is en verkoopbaar is door tijd - zo oud als de menselijke maatschappij zelf. Dit boek is de conclusie van jarenlang onderzoek naar de economische problemen die veroorzaakt worden door het huidige geldsysteem, hoe eerdere samenlevingen deze problemen oplosten en hoe bitcoin een oplossing kan bieden voor de moderne samenleving. De mensen die bitcoin als oplichterij, onzin of een ponzi zien, of als een manier om snel geld te verdienen zien, zullen waarschijnlijk blij verrast worden door de inhoud van dit boek. Bitcoin is namelijk beter geschikt voor “waardeopslag" dan andere oplossingen en mensen die bitcoin op basis van oppervlakkige redenen wegwuiven zullen zich verbazen over de geschiktheid van bitcoin als solide geld voor het digitale tijdperk.

Wanneer we de geschiedenis grondig bekijken, ontdekken we vaak voorbodes van de toekomst. De tijd zal leren of ik voor het schrijven van dit boek, de geschiedenis grondig genoeg heb onderzocht en heb beschreven. Het eerste gedeelte van dit boek geeft uitleg over de eigenschappen en functies van geld. Als econoom met een technische achtergrond heb ik altijd geprobeerd technologie te begrijpen door te kijken naar de problemen die zij tracht op te lossen. Deze manier van kijken stelt de onderzoeker in staat om de functionele essentie van een onderwerp te onderscheiden van zijn oppervlakkige, cosmetische en insignificante eigenschappen. Door te begrijpen welke problemen geld probeert op te lossen, wordt het mogelijk om duidelijk te krijgen wat iets solide of juist onsolide geld maakt. Dit conceptuele raamwerk kan worden toegepast om te begrijpen hoe en waarom verschillende goederen zoals schelpen, kralen, metalen en overheidsgeld de functie van geld hebben vervuld, en hoe en waarom ze hebben gefaald of juist het maatschappelijke doel hebben gediend als ruilmiddel en als middel voor waardeopslag (oppotmiddel).

Het tweede deel van het boek beschouwt historische voorbeelden van individuele, sociale en mondiale gevolgen van solide en onsolide vormen van geld. In het kort: solide geld zorgt ervoor dat mensen de mogelijkheid hebben om na te denken over de lange termijn en meer te sparen voor en te investeren in de toekomst. Sparen en investeren voor de lange termijn zijn de sleutel tot kapitaalaccumulatie en de vooruitgang van menselijke beschaving. Daarnaast is geld het informatie- en meetsysteem van een economie. Solide geld zorgt er dus voor dat ruilhandel, investeringen en ondernemerschap op basis van betrouwbare informatie mogelijk worden. Onsolide geld verstoort deze processen. Daarnaast is solide geld ook een essentieel element van een vrije maatschappij, omdat het ervoor zorgt dat overheden hun macht niet kunnen misbruiken.

Het derde deel van het boek legt uit hoe het bitcoinnetwerk functioneert en beschrijft zijn belangrijkste economische eigenschappen. Daarnaast analyseer ik in deze sectie de manieren waarop bitcoin als solide geld kan functioneren en zal ik verder toelichten waar bitcoin juist níet geschikt voor is. Ook komen er een aantal misverstanden rondom bitcoin aan de orde.

Dit boek is geschreven om de lezer te helpen de economische kant van bitcoin te begrijpen, en te tonen hoe het als digitale iteratie van eerdere geldsoorten zal bestaan. Dit boek is echter op geen enkele manier een advertentie voor bitcoin of een uitnodiging om zelf bitcoin aan te schaffen. De waarde van bitcoin blijft zeer waarschijnlijk voor lange tijd instabiel. Daarmee is het dus niet, zoals veel mensen denken, een makkelijke manier om snel geld te verdienen. Het succes van het bitcoinnetwerk is zeker niet gegarandeerd, en kan ook nu nog slagen of falen, door voorziene of onvoorziene omstandigheden. Het bitcoinnetwerk vereist technische competenties van haar gebruikers en draagt risico’s met zich mee. Hierdoor is het voor veel mensen op dit moment nog ongeschikt. Dit boek biedt geen investeringsadvies, maar heeft als doel om de economische eigenschappen van het netwerk en het gebruik ervan te verhelderen. Ik wil dat mijn lezers met behulp van dit boek voor zichzelf in kunnen schatten of het gebruik van het bitcoinnetwerk, nu of later, iets voor hen zou kunnen zijn.

Alleen met die kennis over bitcoin, en alleen na uitgebreid en grondig onderzoek naar de praktische aspecten van bezit en opslag van bitcoin, zou iemand moeten overwegen om waarde in bitcoin te bewaren. Door de ongekende stijging van de marktwaarde van bitcoin in de afgelopen paar jaar, lijkt bitcoin een no-brainer als investering. De geschiedenis van hacks op exchanges, fraude, oplichting en beveiligingsfouten in manieren om de bitcoin op te slaan, biedt een ontnuchterende waarschuwing aan iedereen die denkt dat het bezitten van bitcoin een garantie op winst betekent. Mocht je na het lezen van dit boeken besluiten dat bitcoin de moeite waard is, dan moet de aanschaf zélf niet de eerste investering zijn. Hoewel je mogelijk direct bitcoin wil aanschaffen, adviseer ik je tijd te investeren in het leren van hoe je bitcoin veilig kunt kopen. Het is inherent aan bitcoin dat zulke kennis niet kan worden uitbesteed. Bitcoin biedt oplossingen voor veel problemen, maar biedt haar gebruikers geen alternatief voor persoonlijke verantwoordelijkheid. Juist dát is de boodschap van bitcoin.

Voetnoten bij Proloog

1. De volledige e-mail is te vinden in het archief van het Satoshi Nakamoto Instituut met alle bekende Satoshi Nakamoto geschriften, beschikbaar op www.nakamotoinstitute.org. “Bitcoin P2P e-cash paper” ontvangen via "The Cryptography Mailing List" , 31 oktober 2008. Terug naar tekst

2. De inmiddels verdwenen “New Liberty Standard”, newlibertystandard.wikifoundry.com. Terug naar tekst

3. Popper, Nathaniel. Digital Gold: bitcoin and the Inside Story of the Misfits and Millionaires Trying to Reinvent Money. HarperCollins, 2015. Terug naar tekst

4. Met andere woorden, in de acht jaar tijd dat het een marktgoed is geweest, is de prijs van bitcoin ongeveer 8 miljoen keer verveelvoudigd, of, precies 793.513.944% gestegen van zijn eerste prijs van $0,000994 tot zijn all-time high, $20.000,-. Terug naar tekst

Hoofdstuk 1: Geld

Bitcoin is de nieuwste technologie die de functie van geld kan vervullen – een uitvinding die de technologische mogelijkheden van het digitale tijdperk gebruikt om een eeuwenoud probleem op te lossen: het behouden van economische waarde door tijd en over afstand. Om bitcoin te begrijpen, moet men eerst geld begrijpen en de enige manier om dat te doen, is door de functie en geschiedenis van geld te bestuderen.

De makkelijkste manier om waarde tussen twee personen uit te wisselen, is directe ruilhandel: het onderling ruilen van waardevolle goederen. Dit proces van directe uitwisseling is echter alleen toepasbaar in kleine kringen waarin een beperkt aantal goederen en diensten wordt geproduceerd. In een hypothetische economie van een groep mensen, geïsoleerd van de wereld, is er weinig gelegenheid voor specialisatie en handel. De individuen kunnen zelf de meest basale overlevingsmiddelen produceren en deze onderling uitwisselen. Ruilhandel heeft altijd bestaan in de menselijke samenleving en bestaat nog steeds. Maar omdat het erg onpraktisch is, wordt het enkel gebruikt in uitzonderlijke omstandigheden door mensen die elkaar over het algemeen goed kennen.

In een geavanceerdere en grotere economie ontstaan er individuele mogelijkheden om zich te specialiseren en zo de productie van goederen en diensten te verhogen en deze met veel meer mensen uit te wisselen – inclusief de mensen met wie geen persoonlijke relatie bestaat, waardoor het volkomen onpraktisch wordt om een overzicht bij te houden van de geruilde goederen, diensten en gunsten. Hoe groter de markt, hoe meer mogelijkheden er zijn voor specialisatie en deze uitwisseling, maar ook des te groter het probleem van toevallige samenkomst van wensen wordt – je wilt iets hebben dat wordt geproduceerd door iemand die niet wil hebben wat jij verkoopt. Dit probleem bestaat uit drie facetten.

Ten eerste is er het schaalprobleem: de waarde van wat je wilt hebben komt niet overeen met de waarde van wat je zelf hebt en het opsplitsen van één van de twee is niet erg praktisch. Stel je voor dat je schoenen wilt verkopen voor een huis; je kan het huis niet in stukken opdelen die elk één paar schoenen waard zijn, bovendien wil de eigenaar van het huis ook niet een hoeveelheid schoenen ter waarde van zijn huis in bezit krijgen. Ten tweede is er een tijdsprobleem: wat je wilt verkopen kan bederven, maar wat je wilt kopen is duurzamer en waardevoller. Hierdoor is het moeilijk om op een bepaald tijdstip voldoende bederfelijke goederen te hebben verzameld om deze te kunnen inruilen voor een duurzaam goed. De hoeveelheid appels die nodig is om in te ruilen tegen één auto is niet makkelijk te verzamelen, omdat ze beginnen te rotten voordat de deal is afgerond. Ten derde is er het locatieprobleem: je wilt een huis verkopen op een bepaalde plek zodat je een huis kunt kopen op een andere locatie, en huizen zijn doorgaans niet vervoerbaar. Deze drie problemen maken directe ruilhandel erg onpraktisch en dat leidt ertoe dat mensen verschillende lagen van handel moeten doorlopen om in hun economische behoeften te voorzien.

De enige manier om dit te omzeilen is via indirecte uitwisseling: je probeert een goed te vinden dat iemand anders wil hebben en zoekt dan iemand die dit wil ruilen voor iets wat jij wilt verkopen. Dat intermediaire goed is een ruilmiddel. Hoewel elk goed als ruilmiddel kan dienen, wordt het naarmate de economie groeit steeds minder praktisch om de hele tijd naar verschillende goederen te zoeken die voldoen aan de wens van de tegenpartij. Ook zijn er meerdere ruiltransacties nodig om een specifiek goed te bemachtigen. Een efficiëntere oplossing komt vanzelf bovendrijven, al was het maar omdat degenen die er gebruik van maken veel productiever zullen zijn dan degenen die het niet doen: één enkel ruilmiddel (of hoogstens een klein aantal ruilmiddelen) dat iedereen kan gebruiken om hun goederen tegen te ruilen. Een goed dat de rol aanneemt van een alom geaccepteerd ruilmiddel wordt geld genoemd.

Geld is dus primair een ruilmiddel. Met andere woorden: het is iets dat niet gekocht is om te consumeren (een consumptiegoed), noch om te worden gebruikt voor de productie van andere goederen (een investering of kapitaalgoed), maar voornamelijk om te worden geruild voor andere goederen. Hoewel investeringen ook bedoeld zijn om inkomsten te genereren die omgewisseld kunnen worden voor andere goederen, onderscheiden ze zich in drie opzichten van geld: ten eerste bieden ze een rendement dat geld niet biedt; ten tweede brengen ze altijd een risico op mislukking met zich mee, terwijl geld risicovrij zou moeten zijn; ten derde zijn investeringen minder liquide dan geld, waardoor er bij elke verhandeling aanzienlijke transactiekosten nodig zijn. Dit verklaart waarom er altijd vraag naar geld zal zijn en waarom het aanhouden van investeringen geld nooit helemaal kan vervangen. In het leven is onzekerheid de enige zekerheid, mensen weten nooit zeker wanneer en hoeveel geld ze nodig hebben.1 De wens om een deel van je rijkdom op te willen slaan in de vorm van geld is gezond verstand en een eeuwenoude wijsheid in vrijwel alle menselijke culturen, omdat geld het meest liquide bezit is en dus de mogelijkheid biedt om het snel om te zetten. Daarnaast brengt het minder risico met zich mee dan welke investering ook. De prijs voor het gemak van het aanhouden van geld, komt in de vorm van de niet-gedane (of verloren) consumptie, en in de vorm van het niet behaalde rendement dat had kunnen worden behaald door het te investeren.

Door onderzoek naar menselijk gedrag bij het maken van economische beslissingen, bedacht Carl Menger (de vader van de Oostenrijkse economische school en grondlegger van de marginale analyse in de economie) dat de belangrijkste eigenschap die ertoe leidt dat een goed vanzelf als geld wordt aangenomen op de markt de verkoopbaarheid is. Oftewel, het gemak waarmee een goed met het kleinste (prijs)verlies op de markt kan worden verkocht wanneer de houder dat wenst.2 Er is in principe niets dat bepaalt wat wel of niet als geld gebruikt mag worden. Iedereen die ervoor kiest om iets te kopen, enkel met het doel het te ruilen voor iets anders, maakt het in feite tot geld, en net zoals mensen niet hetzelfde zijn, zo verschillen ook hun meningen en keuzes over wat geld is. Gedurende de hele menselijke geschiedenis hebben er tal van objecten de functie van geld gehad: goud en zilver in het bijzonder, maar ook koper, schelpen, grote stenen, zout, vee, overheidspapier, edelstenen en in bepaalde omstandigheden zelfs alcohol en sigaretten. Individuele keuzes zijn subjectief en er zijn dus geen ‘goede’ of ‘foute’ keuzes in geld. Echter, alle keuzes hebben gevolgen.

De relatieve verkoopbaarheid van goederen kan beoordeeld worden aan de hand van de mate waarin ze een oplossing bieden voor de drie eerder genoemde facetten van het probleem van toevallige samenkomst van wensen: het schaalprobleem, het locatieprobleem en het tijdsprobleem. Een goed dat verkoopbaar is op schaal kan makkelijk worden onderverdeeld in kleinere delen of worden gegroepeerd in grotere eenheden, zodat de houder het in elke gewenste hoeveelheid kan verkopen. Een goed dat verkoopbaar is over afstand moet te vervoeren zijn, of makkelijk mee te nemen door iemand die onderweg is. Dit heeft er toe geleid dat goede monetaire middelen over het algemeen een hoge waarde per gewichtseenheid hebben. Er zijn genoeg goederen die beide eigenschappen hebben, maar de oplossing voor het derde element, het tijdsprobleem, is cruciaal.

De verkoopbaarheid van een goed door tijd, verwijst naar de mate waarin het waarde vast kan houden met het oog op de toekomst, zodat de houder de mogelijkheid heeft om de economische waarde voor langere tijd op te slaan. Dit is namelijk de tweede functie van geld: een middel voor waardeopslag (of oppotmiddel). Om verkoopbaar te zijn door tijd moet een goed bestand zijn tegen rot, corrosie en andere vormen van bederf. Iedereen die dacht zijn rijkdom voor lange tijd op te slaan in vis, appels of sinaasappels is hier heel snel achter gekomen en hoefde zich voorlopig niet langer zorgen te maken over de opslag van zijn rijkdom. Fysieke integriteit over een langere periode is noodzakelijk maar daarmee is deze eigenschap niet voldoende, omdat een goed ook aanzienlijk in waarde kan dalen als het in fysiek opzicht onaangetast blijft. Om waardevast te zijn, is het belangrijk dat het aanbod van een goed niet drastisch stijgt. De geschiedenis wijst uit dat de verschillende soorten geld een gemeenschappelijk kenmerk hadden: de aanwezigheid van een mechanisme dat de productie van nieuwe eenheden beperkt, zodat de waarde van de bestaande eenheden behouden blijft. De moeilijkheidsgraad om nieuwe geldeenheden te produceren bepaalt de hardheid van geld: geld waarvan het aanbod niet gemakkelijk kan worden verhoogd noemen we hard geld. Voor geld dat wel vatbaar is voor een grote toename van het aanbod gebruiken we de term makkelijk geld.

We kunnen geldhardheid beter duiden door onderscheid te maken tussen twee begrippen die gerelateerd zijn aan het aanbod van een goed: (1) de stock, ofwel het bestaande aanbod, hetgeen bestaat uit alles dat in het verleden is geproduceerd minus alles dat is geconsumeerd of vernietigd; en (2) de flow, de productie die in de komende periode geleverd zal worden. De verhouding tussen stock en flow is een betrouwbare indicator van de geldhardheid van een goed en de mate in welke het geschikt is om een monetaire rol te spelen. Als een goed een lage stock-flow verhouding heeft, kan het aanbod drastisch worden verhoogd als mensen het goed gebruiken om waarde in op te slaan. Een dergelijk goed zal in dat geval waarschijnlijk niet lang zijn waarde behouden. Hoe hoger de stock-flow verhouding, des te groter de kans is dat een goed waardevast en dus beter verkoopbaar is door tijd.3

Als mensen hard geld met een hoge stock-flow verhouding kiezen als oppotmiddel, stijgt de vraag naar dit goed. Dit leidt tot een prijsstijging, wat producenten stimuleert om de productie van dit goed te verhogen. Maar omdat de extra productie beperkt is ten opzichte van het bestaande aanbod, is de kans klein dat zelfs een grote stijging in productie een prijsdaling teweegbrengt. Als mensen er daarentegen voor kiezen om hun rijkdom op te slaan in makkelijk geld met een lage stock-flow verhouding, dan kan er verhoudingsgewijs makkelijk een enorme hoeveelheid van dit goed geproduceerd worden. Dit leidt tot een prijsdaling, waardoor het goed minder waard wordt, de spaarders hun rijkdom verliezen en het goed niet langer verkoopbaar is door tijd.

Dit noem ik de de valstrik van makkelijk geld: alles wat als oppotmiddel wordt gebruikt, zal aan toename van het aanbod onderhevig zijn, en alles waarvan het aanbod makkelijk kan worden verhoogd, zal de rijkdom vernietigen van degenen die dit gebruiken om hun waarde in op te slaan. Het logische gevolg van deze valstrik is dat alles wat succesvol als geld wordt gebruikt een natuurlijk of kunstmatig mechanisme heeft dat de instroom van dit goed naar de markt beperkt, zodat de waarde door de tijd bewaard blijft. Hieruit volgt dat een goed dat een monetaire rol aanneemt kostbaar moet zijn om te produceren, anders is de verleiding groot om goedkoop geld te creëren wat de rijkdom van spaarders teniet doet, evenals de motivatie om dit goed te sparen.

Iedere keer als een natuurlijke, technologische of politieke ontwikkeling resulteerde in een snelle toename van het aanbod van een monetair goed, verloor dit goed zijn monetaire status en werd het vervangen door ruilmiddelen met een hogere stock-flow verhouding, zoals in het volgende hoofdstuk zal worden besproken. Schelpen werden als geld gebruikt toen ze moeilijk te vinden waren en sigaretten worden als geld gebruikt in gevangenissen omdat ze daar moeilijk te verkrijgen of te produceren zijn. Wat nationale valuta betreft: hoe lager de relatieve toename van het aanbod, hoe groter de kans dat de valuta door individuen wordt aangehouden en zijn waarde door de tijd behoudt.

Toen moderne technologie het importeren en verzamelen van schelpen makkelijker maakte, schakelden de samenlevingen die ze gebruikten over naar metaal- of papiergeld, en zodra een overheid meer valuta produceert, schakelen diens burgers over op buitenlandse valuta, goud, of andere meer betrouwbare monetaire middelen. De twintigste eeuw heeft ons, met name in ontwikkelingslanden, helaas tal van dit soort tragische voorbeelden gegeven. De monetaire middelen die het langst overleefden zijn degenen die zeer betrouwbare mechanismen hadden om hun aanbod te beperken – met andere woorden: hard geld. Monetaire middelen zijn constant in strijd met elkaar, en de uitkomst van deze strijd wordt bepaald door de effecten van technologie op de verhouding tussen de stock en de flow van de verschillende gegadigden, zoals in het volgende hoofdstuk beschreven zal worden.

Hoewel mensen over het algemeen vrij zijn om een ruilmiddel naar keuze te gebruiken, is de realiteit dat degenen die hard geld gebruiken na verloop van tijd het meeste voordeel hebben, omdat hun ruilmiddel vanwege de minimale toename van het aanbod relatief weinig waarde verliest. Mensen die makkelijk geld kiezen, zien de waarde daarvan waarschijnlijk dalen, omdat het aanbod sneller toeneemt waardoor de marktwaarde omlaag gaat. Of het nu dankzij een rationeel vooruitziende blik gebeurt of door de pijnlijke lessen van het verleden, het meeste geld en de meeste rijkdom zal zich concentreren bij degenen die zich toeleggen op de hardste en meest verkoopbare vormen van geld. De hardheid en verkoopbaarheid van goederen is echter niet onveranderlijk. Naarmate de technologische mogelijkheden van verschillende samenlevingen en tijdperken varieerden, varieerden ook de hardheid en verkoopbaarheid van de verschillende vormen van geld. In werkelijkheid geeft de technologische realiteit van een samenleving vorm aan de verkoopbaarheid van de verschillende goederen en daarmee is het de bepalende factor voor de keuze van het beste geld. Daarom zijn economen van de Oostenrijkse School zelden dogmatisch of objectief in hun definitie van solide geld. Ze definiëren het niet als een specifiek goed of grondstof, maar als de geldvorm die vrij op de markt wordt gekozen door de mensen die ermee handelen, die niet wordt opgelegd door een dwingende autoriteit, en waarvan de waarde wordt bepaald door marktwerking, niet door de overheid.4 Vrije marktwerking is genadeloos effectief in het produceren van solide geld, omdat rijkdom alleen behouden blijft voor degenen die het juiste geld kiezen. Er is geen reden om als overheid de maatschappij het hardste geld op te leggen; de maatschappij ontdekt het zelf, ruim voordat een overheid het verzint. Elke inmenging van de overheid, als het al een effect zou hebben, belemmert slechts het proces van monetaire competitie.

De volledig individuele en maatschappelijke gevolgen van zowel hard en makkelijk geld gaan veel dieper dan alleen financieel verlies of winst. Zij vormen een centraal thema in dit boek en worden uitvoerig besproken in hoofdstuk 5, 10 en 11. Zij die hun rijkdom in een waardevast middel kunnen opslaan, maken waarschijnlijk meer toekomstplannen dan degenen die alleen slechte middelen voor waardeopslag ter beschikking hebben. De soliditeit van monetaire middelen, ofwel het vermogen om waarde door tijd te behouden, is een bepalende factor in de mate waarin mensen het heden boven de toekomst verkiezen, (ofwel) hun zogeheten tijdsvoorkeur, een cruciaal begrip in dit boek.

Naast de stock-flow verhouding is de acceptatie door anderen een ander belangrijk aspect van de verkoopbaarheid van een monetair middel. Hoe meer mensen een monetair middel accepteren, hoe meer liquide het is en hoe groter de kans dat het zonder al te veel verlies kan worden gekocht en verkocht. In een sociale omgeving met veel peer-to-peer interacties, zoals in computerprotocollen, is het logisch dat een aantal standaarden deze uitwisseling domineren. Het voordeel van deelname aan een netwerk groeit immers exponentieel naarmate het netwerk groter wordt. Daarom wordt de markt gedomineerd door Facebook en een handvol andere sociale media, terwijl er honderden vergelijkbare netwerken zijn ontwikkeld en gepromoot. Op een soortgelijke manier gebruikt ook elk apparaat dat e-mails verstuurt, het SMTP-protocol voor verzenden en het IMAP/POP3 protocol voor ontvangen. Er bestaan tal van andere protocollen die prima kunnen worden toegepast, maar bijna niemand gebruikt ze omdat je jezelf dan afsluit van vrijwel de gehele e-mailende bevolking, die wel SMTP en IMAP/POP3 gebruikt. In vergelijkbare zin was het bij geld ook onvermijdelijk dat één of enkele goederen boven zouden komen drijven als de belangrijkste ruilmiddelen, omdat eenvoudige uitwisseling verreweg de belangrijkste eigenschap is. Een ruilmiddel wordt, zoals eerder besproken, niet verworven om zijn intrinsieke eigenschappen maar om zijn verkoopbaarheid.

Daarnaast biedt een brede acceptatie van een ruilmiddel de mogelijkheid om de prijzen van goederen erin uit te drukken, waardoor het de derde functie van geld vervult: als rekeneenheid. In een economie zonder erkend ruilmiddel wordt de waarde van een goed uitgedrukt in relatie tot alle andere goederen. Hierdoor ontstaat er een enorm aantal prijzen en worden economische berekeningen uitermate moeilijk. In een economie met één enkel ruilmiddel worden alle prijzen van goederen uitgedrukt in dezelfde rekeneenheid. In deze maatschappij dient geld als meeteenheid waarmee onderlinge waarde kan worden bepaald; het beloont producenten in de mate waarin ze waardevol zijn voor anderen en vertelt consumenten het bedrag dat ze moeten betalen om hun gewenste goederen te verkrijgen. Alleen met een uniform ruilmiddel dat als rekeneenheid fungeert, worden ingewikkelde en economische berekeningen mogelijk en daarmee ontstaat de mogelijkheid tot specialisatie in complexe taken, kapitaalaccumulatie en grotere markten. De werking van een markteconomie is afhankelijk van prijzen. Prijzen zijn op hun beurt afhankelijk van een gemeenschappelijk ruilmiddel dat de relatieve schaarste van verschillende goederen reflecteert. Als dit ruilmiddel makkelijk geld betreft, heeft de uitgever van dit geld de mogelijkheid om de hoeveelheid doorlopend te vergroten waardoor het niet langer een accurate weergave geeft van de alternatieve kosten. Elke onvoorspelbare verandering in het geldaanbod verstoort diens rol als meetinstrument voor interpersoonlijke waarde en als kanaal voor economische informatie.

Door één ruilmiddel te hanteren, kan een economie zo groot worden als het aantal mensen dat bereid is dat ruilmiddel te gebruiken. Hoe groter een economie, hoe groter de mogelijkheden om winst te maken via handel en specialisatie en, wellicht nog belangrijker, hoe langer en geavanceerder een productieketen kan worden. Hoewel specialisatie in de productie van kapitaalgoederen een langer productieproces veroorzaakt, levert het uiteindelijk superieure goederen op. In een kleine, primitieve economie, bestond de productiestructuur van vis uit individuen die naar de kust gingen en met hun blote handen vis vingen, een proces dat in zijn geheel niet langer dan een paar uur duurde. Naarmate de economie groeit, worden er geavanceerdere hulpmiddelen en kapitaalgoederen gebruikt, en de productie van deze hulpmiddelen verlengt de duur van het productieproces, maar ook de algemene productiviteit. In de moderne maatschappij wordt vis gevangen met enorm geavanceerde boten waar jaren aan gebouwd is en die daarna decennia lang productief zijn. Deze boten kunnen op plekken vissen die voor kleinere bootjes onbereikbaar zijn en dus vis vangen die anders onbereikbaar zou zijn. Daarnaast zijn ze bestand tegen slechte weersomstandigheden en kunnen ze dus productief blijven in omstandigheden waar minder geavanceerde boten nutteloos in de haven zouden blijven liggen. Naarmate het productieproces door accumulatie van kapitaal langer is geworden, is het per arbeidseenheid productiever geworden en kan het tevens superieure producten realiseren die nooit mogelijk zouden zijn in een primitieve economie met enkel de meest basale gereedschappen en zonder accumulatie van kapitaal. Niets van dit alles zou mogelijk zijn zonder dat geld zijn verschillende functies vervult: als ruilmiddel maakt het specialisatie mogelijk, als instrument voor waardeopslag (of oppotmiddel) creëert het focus op de toekomst en stimuleert het mensen om te investeren in plaats van te consumeren en als rekeneenheid biedt het de mogelijkheid om winst en verlies te berekenen.

In de geschiedenis van de evolutie van geld zijn er verschillende goederen die de rol van geld hebben gespeeld, met een wisselende hardheid en soliditeit afhankelijk van de technologische mogelijkheden in hun tijdperk. Van schelpen tot zout, vee, zilver, goud, en door-goud-gedekt-overheidsgeld, tot uiteindelijk het meest recente, bijna universeel gebruikte en door de overheid verstrekt wettig betaalmiddel. Elke technologische vooruitgang bracht ons een nieuw soort geld met extra voordelen, maar ook met nieuwe valkuilen. Door historisch onderzoek naar de middelen en materialen die gebruikt zijn als geld, kunnen we zowel kenmerken onderscheiden die solide geld karakteriseren alsook kenmerken die tot makkelijk geld behoren. Met dit in ons achterhoofd kunnen we beter begrijpen hoe bitcoin werkt en welke rol het speelt als monetair middel.

Het volgende hoofdstuk maakt een historische tocht langs mysterieuze artefacten en voorwerpen die ooit de rol van geld hebben vervuld: van de Rai-stenen op het eiland van Yap, tot schelpen in Noord- en Zuid-Amerika, glazen kralen in Afrika, en vee en zout in de oudheid. Elk van deze ruilmiddelen werd als geld gebruikt zolang ze een goede stock-flow verhouding hadden, maar dit eindigde zodra deze eigenschap verdween. Het is essentieel om het hoe en waarom hiervan goed te begrijpen om de naderende evolutie van geld te kunnen doorzien, en welke rol bitcoin hierin gaat spelen. Hoofdstuk 3 gaat in op de analyse van monetaire metalen en hoe goud in het tijdperk van de gouden standaard, aan het einde van de negentiende eeuw, het belangrijkste monetaire metaal werd. Hoofdstuk 4 analyseert en evalueert de overstap naar overheidsgeld. Nadat de economische en sociale gevolgen van verschillende soorten geld worden besproken in hoofdstuk 5, 6 en 7, gaat hoofdstuk 8 over de uitvinding van bitcoin en diens monetaire eigenschappen.

Voetnoten bij Hoofdstuk 1: Geld

2. Zie Ludwig von Mises: Het Menselijk Handelen, p. 250, voor een discussie over hoe onzekerheid over de toekomst de belangrijkste drijfveer is in de vraag naar het aanhouden van geld. Zonder onzekerheid over de toekomst zouden mensen al hun inkomsten en uitgaven van tevoren weten en dus optimaal kunnen plannen, zodat er geen reden is om geld aan te houden. Echter, omdat onzekerheid een onvermijdelijk deel van het leven is, moeten mensen geld blijven aanhouden zodat ze de mogelijkheid hebben om dit uit te geven zonder daarvoor de toekomst te hoeven weten. Terug naar tekst

2. Menger, Carl. “On the Origins of Money”. Vertaling door C.A. Foley, Economic Journal, vol. 2, 1892: pp 239-255. Terug naar tekst

3. Fekete, Antal. Whither Gold? Winnaar van de Internationale Valuta Prijs 1996, gesponsord door Bank Lips, 1997, www.professorfekete.com/articles/AEFWhitherGold.pdf. Terug naar tekst

4. Salerno, Joseph. Money: Sound and Unsound. Auburn, AL, Ludwig von Mises Institute, 2010, pp. xiv–xv. Terug naar tekst

Hoofdstuk 2: Primitief geld

Van alle historische vormen van geld die ik ben tegengekomen, is het aloude op Rai-stenen gebaseerde systeem van het eiland Yap, vandaag de dag onderdeel van Micronesië, het best te vergelijken met bitcoin. Deze ronde en uit kalksteen gehouwen stenen functioneerden lang geleden namelijk als geld. Dit voorbeeld zal ons helpen om beter te begrijpen hoe bitcoin werkt. Het opmerkelijke verhaal van hoe de Rai-stenen hun monetaire rol verloren, is tevens ook een schoolvoorbeeld van de gevolgen van geld dat zijn hardheid verliest.

Rai-stenen zijn grote ronde schijven met een gat in het midden. Ze variëren in grootte en wegen tot wel vierduizend kilogram. Ze kwamen oorspronkelijk niet van het eiland Yap vandaan, waar geen kalksteen aanwezig was, maar van de naburig gelegen eilanden Palau of Guam. De pracht en zeldzaamheid van deze stenen maakten ze in Yap erg gewild. Maar omdat het delven en vervolgens verschepen met vlotten of kano’s erg arbeidsintensief was, waren ze erg lastig te verkrijgen. Er waren honderden mensen nodig om de zwaarste stenen te transporteren. Zodra ze op Yap waren aangekomen, kregen ze een prominente plek op een locatie waar iedereen ze kon zien. De eigenaar van de steen kon het gebruiken als betaalmiddel, zonder dat hij of zij deze hoefde te verplaatsen. Het enige wat de eigenaar hoefde te doen, was tegen het gehele dorp verkondigen dat de steen van eigenaar was veranderd. Nadat het gehele dorp de nieuwe eigenaar had erkend, kon deze er vervolgens – indien gewenst – weer mee betalen. De steen kon simpelweg niet gestolen worden, omdat iedereen wist wie de eigenaar was.

Dit monetaire systeem heeft eeuwenlang, en wellicht zelfs millennia, uitstekend gefunctioneerd voor de Yapezen. Hoewel de stenen niet van locatie verwisselden, hadden ze verkoopbaarheid over afstand, omdat ze over het hele eiland als betaalmiddel konden worden gebruikt. De verschillende groottes van de stenen en de mogelijkheid om met gedeeltes van een enkele steen te betalen, gaf enige mate van verkoopbaarheid op schaal. De verkoopbaarheid door tijd werd eeuwenlang gegarandeerd door de moeilijkheid en hoge kosten om nieuwe stenen te verkrijgen, simpelweg omdat ze in Yap niet bestonden en het delven en verschepen vanuit Palau niet eenvoudig was. De hoge kosten van nieuwe stenen betekende ook dat het bestaande aanbod stenen altijd veel groter was dan wat er op enig moment kon worden geproduceerd. Het was een verstandige keuze om de stenen als betaling te accepteren. Anders gezegd; de Rai-stenen hadden een erg hoge stock-flow verhouding en ongeacht hoe populair ze waren, was het voor niemand eenvoudig om het aanbod te vergroten door nieuwe stenen aan land te brengen. Althans, dat was het geval tot 1871. In dat jaar leed de Iers-Amerikaanse kapitein David O’Keefe schipbreuk aan de kust van Yap. Hij werd opgevangen door de lokale bevolking.1

O’Keefe zag kansen om kokosnoten van het eiland mee te nemen en deze te verkopen aan producenten van kokosolie. Maar hij kon de lokale bevolking er niet van overtuigen om voor hem te werken. Ze waren erg tevreden met het leven in hun tropisch paradijs en zagen daar geen enkel nut in, ongeacht welke vorm van buitenlands geld hij hen aanbood. O’Keefe nam daar echter geen genoegen mee. Hij zeilde naar Hong Kong, kocht een grote boot vol explosieven en bracht ze naar Palau, waar hij de explosieven en andere moderne gereedschappen gebruikte om enkele grote Rai-stenen te delven. Vervolgens vertrok hij naar Yap om de stenen aan de lokale bevolking te presenteren als betaling voor de kokosnoten. In tegenstelling tot wat O’Keefe verwachtte, waren de dorpelingen allesbehalve enthousiast. Het dorpshoofd verbood zijn volk om voor de stenen te werken en besloot ook dat deze stenen minder waardevol waren, omdat ze te makkelijk verkregen waren. Enkel de stenen die traditioneel, met bloed en zweet van de Yapezen gedolven werden, mochten op Yap geaccepteerd worden. Niet iedereen op het eiland was het daarmee eens en zo kreeg O’Keefe desondanks toch zijn gewenste kokosnoten. Dit resulteerde in een conflict op het eiland en uiteindelijk in de ondergang van de Rai-stenen als geld. Vandaag de dag is modern overheidsgeld het meest gebruikte monetaire goed op het eiland en dienen de stenen enkel nog een ceremonieel en cultureel nut.

Hoewel het verhaal van O’Keefe heel symbolisch is, was hij slechts de aanstichter van de onvermijdelijke ondergang van de monetaire rol van de Rai-stenen. Deze ondergang had een grote impact op de moderne beschaving van de inwoners van Yap. Nu modern gereedschap en industriële mogelijkheden de regio hadden bereikt, was het simpelweg onvermijdelijk dat de Rai-stenen een stuk goedkoper konden worden geproduceerd. Vele anderen, waaronder de eilandbewoners zelf maar ook buitenlanders, zouden zich net als O’Keefe kunnen aandienen om Yap te voorzien van een alsmaar groeiend aanbod aan nieuwe stenen. Met de moderne technologie nam de stock-flow verhouding van de Rai-stenen drastisch af. Jaar op jaar konden er meer stenen worden geproduceerd, waardoor het bestaande aanbod aan stenen significant minder waard werd. Het werd al snel duidelijk dat het niet langer verstandig was om de stenen te gebruiken als oppotmiddel, met als gevolg dat de verkoopbaarheid door tijd, en daarmee ook de functie als ruilmiddel, verloren ging.

De details kunnen verschillen, maar de onderliggende dynamiek achter de daling in de stock-flow verhouding heeft zich voorgedaan bij elke vorm van geld die zijn monetaire rol is verloren. Het meest recente voorbeeld is de ineenstorting van de Venezolaanse bolivar, die op moment van schrijven nog gaande is.

Een vergelijkbaar verhaal deed zich voor met Aggri-kralen, die eeuwenlang als geld werden gebruikt in West-Afrika. De geschiedenis van deze kralen is niet helemaal duidelijk. Er zijn mooie verhalen dat ze gemaakt zijn van meteorieten, maar er doen ook verhalen de ronde dat ze zijn doorgegeven door handelaren uit Egypte en Fenicië. Wat wel bekend is, is dat ze kostbaar waren in het gebied waar het bewerken van glas erg duur en ongebruikelijk was. Hierdoor hadden de kralen een hoge stock-flow verhouding. Zodoende waren ze over een lange periode goed verkoopbaar. Omdat ze naast waardevol ook klein waren, waren ze tevens verkoopbaar op schaal. Zo konden de kralen worden gecombineerd tot langere ketens, halskettingen of armbanden. Dit was echter verre van ideaal, want in plaats van één standaard eenheid, waren er veel verschillende soorten kralen. Daarnaast waren ze ook over afstand goed verkoopbaar, omdat ze gemakkelijk te verplaatsen waren. In Europa waren ze echter lang niet zo duur en speelden ze geen enkele monetaire rol. De snelle opkomst van technologie om glas te bewerken betekende dat, zodra deze kralen gebruikt zouden worden als monetair goed, de producenten de markt zouden kunnen overspoelen met deze kralen. Met andere woorden, ze hadden in Europa een lage stock-flow verhouding.

Toen Europese ontdekkingsreizigers en handelaren in de 16e eeuw West-Afrika bezochten, viel het ze al snel op dat er veel waarde werd toegekend aan deze kralen. En dus begonnen ze grote hoeveelheden kralen vanuit Europa te importeren. Wat volgde, was een vergelijkbaar verhaal met dat van O’Keefe. Maar omdat de kralen een stuk kleiner waren en de bevolking juist veel groter, ging dit proces langzamer en was het minder zichtbaar. Daardoor had het nog tragischere consequenties. Langzaam maar zeker waren de Europeanen in staat om veel kostbare middelen uit Afrika te kopen, met de kralen die ze thuis voor erg weinig geld hadden verkregen.2 De Europese rooftocht in Afrika veranderde Aggri-kralen langzaam van hard naar makkelijk geld. Dit vernietigde de verkoopbaarheid en erodeerde de koopkracht. De Europeanen, die de kralen eenvoudig konden verkrijgen, werden rijk over de ruggen van de Afrikaanse kralenbezitters. De Aggri-kralen werden later bekend als slavenkralen, vanwege de rol die ze gespeeld hebben in de slavenhandel van Afrikanen aan Europa en Noord-Amerika. Een snelle ineenstorting van een monetair goed is tragisch, maar het geeft de bezitters tenminste de kans om snel met een nieuw middel opnieuw te beginnen met handelen, sparen en rekenen. Een langzame ontwaarding van een monetair goed zal daarentegen de rijkdom van zijn bezitters langzaam overhevelen aan diegenen die het goed tegen lagere prijs kunnen produceren. Dit is een belangrijke les om te onthouden als we later in dit boek overgaan op de discussie over de soliditeit van overheidsgeld.

Ook zeeschelpen zijn op veel plekken in de wereld, van Noord-Amerika tot Afrika en Azië, veelvuldig gebruikt geweest als monetair goed. Historische verslagen laten zien dat de meest gebruikte en verkoopbare zeeschelpen over het algemeen schaarser en moeilijker vindbaar waren, omdat deze meer waarde vasthielden dan degenen die eenvoudig te vinden waren.3 Inheemse Amerikanen en de vroegere Europese kolonisten maakten veelvuldig gebruik van Wampum-schelpen, om dezelfde reden als de Aggri-kralen: ze waren lastig te vinden, wat ze waarschijnlijk de hoogste stock-flow verhouding gaf van alle duurzame goederen die destijds beschikbaar waren. Zeeschelpen hadden echter net als kralen het nadeel dat er geen uniforme eenheden waren. Dit bleek een groot obstakel voor de groei van de economie en de mate van specialisatie, omdat prijzen en verhoudingen niet eenvoudig in schelpen konden worden uitgedrukt. Europese kolonisten omarmden de zeeschelpen vanaf 1636 als wettig betaalmiddel, maar omdat Brits goud en zilver in toenemende mate richting Noord-Amerika kwamen, kreeg dit al snel de voorkeur als ruilmiddel vanwege de uniformiteit, de mogelijkheid tot een betere en meer gelijke prijsbepaling en dus een hogere verkoopbaarheid. Daar komt nog bovenop dat er steeds meer geavanceerde boten en technologieën werden ingezet om zeeschelpen uit de zee te halen. Zo werd het aanbod enorm vergroot. Dit resulteerde in een waardedaling en een verlies aan verkoopbaarheid door tijd. Omstreeks 1661 werden zeeschelpen niet langer erkend als wettig betaalmiddel en verloren ze hun monetaire rol volledig.4

Dit gold niet alleen voor zeeschelpen in Noord-Amerika. Zodra gemeenschappen, die voorheen zeeschelpen gebruikten, toegang kregen tot metalen munten en deze gingen gebruiken, profiteerden ze van de overgang. Ook hier gold dat de komst van de industriële beschaving en boten, aangedreven door fossiele brandstof, de zoektocht naar schelpen op zee aanzienlijk vereenvoudigde. Schelpen werden steeds sneller aangeleverd en de stock-flow verhouding nam sterk af.

Een andere historische geldvorm is vee, alom geliefd vanwege de voedingswaarde. Daarnaast was vee door haar mobiliteit ook goed verkoopbaar over afstand, wat het één van de meest begeerde bezittingen maakte. Vee speelt vandaag de dag nog steeds een monetaire rol en wordt, met name voor bruidsschatten, nog altijd als betaling gebruikt. Echter, omdat het over het algemeen groot in omvang en moeilijk opdeelbaar is, bood vee geen uitkomst voor de verkoopbaarheid op schaal. Zodoende was er naast vee nog een andere vorm van geld in omloop, namelijk zout. Zout bleek gemakkelijk voor een lange tijd houdbaar en kon eenvoudig in ieder noodzakelijk gewicht verdeeld en gegroepeerd worden. Deze historische feiten komen nog steeds tot uitdrukking in de Engelse en Nederlandse taal, aangezien het woord pecunia